Quantcast
Channel: Java Post
Viewing all articles
Browse latest Browse all 529

Het vermoorde land

$
0
0

Het nationaal onderzoek naar de na-oorlogse jaren in Nederlands-Indië is afgerond, maar niemand lijkt gelukkig. Iedereen klaagt: té kolonialistisch, té veel aandacht voor de Indonesiërs, te weinig voor de Bersiap, te weinig voor de aansprakelijkheden. En iedereen heeft een afgeronde mening over hoe het dan wél zou moeten. Niemand twijfelt. Zelf twijfel ik wél. Over van alles en nog wat. Omdat ik weet dat de kleinste geschiedenissen al vol zitten met tegenstrijdigheden. Omdat ik weet dat een eindoordeel nooit iedereen tevreden kan stemmen.

Door Bert Immerzeel

Deetje Heijligers

In 1988 verscheen het boek Het vermoorde land van Jan Bouwer, nog steeds één van de standaardwerken van de oorlogsgeschiedenis van Indië. Bouwer was in 1940 als journalist voor Aneta naar Indië gekomen. Toen de Japanners daar binnenvielen woonde hij aan de Dagoweg in Bandoeng. Meer door toeval dan door een bewuste keuze bleef hij daar gedurende de gehele oorlogsperiode ondergedoken, geholpen door zijn Indische vrouw en een paar vrienden. Bouwer volgde zijn journalistieke instinct en noteerde iedere dag wat hij zag en hoorde, – de basis van Het vermoorde land. Met veel geluk kwam hij zo de oorlog door. Na de bevrijding van de Japanners werkte hij onder andere bij de Nieuwsgier, tot hij in 1955 het land verliet om in Duitsland te gaan werken.

Het vermoorde land werd alom geprezen. Lou de Jong van het RIOD noemde het dagboek ‘het meest belangrijke ego-document uit de periode van de bezetting dat bewaard is gebleven’, een oordeel dat door Harry Poeze en Peter Schumacher in recensies werd onderschreven.

Hoe goed ook, het boek was geen gunstig lot beschoren. Op 10 juli 1942 had Bouwer opgetekend: ‘De Australische radio heeft de burgerij van Bandoeng gewaarschuwd tegen de praktijken van een zekere mej. Deetje Heijligers, die, met een aantal vrienden en vriendinnen, spionagewerk voor de Japanners zou verrichten. Deze jongedame woont op de Papandajan-laan. Ook mijn inlichtingen wijzen er op, dat deze waarschuwing vermoedelijk gegrond is. Deetje Heijligers is een knap Indisch meisje, ongeveer 22 jaar oud. Sedert het begin van de bezetting heeft zij in contact gestaan met Japanse officieren, die haar ten slotte voor de Kenpetai hebben geronseld.’

Deetje Heijligers, op dat moment 69 jaar en woonachtig in Amsterdam, voelde zich door deze regels onrechtmatig bejegend en spande tegen Bouwer en de uitgever Van Wijnen een kort geding aan om het boek uit de handel te krijgen, rectificaties te laten plaatsen en een schadevergoeding te krijgen. Zij won, dat wil zeggen de Rechtbank oordeelde dat het boek uit de handel moest worden genomen, niet omdat Deetje geen onoorbaar gedrag had vertoond, maar omdat de passage daarover onvoldoende was onderbouwd.

Enkele dagen later verscheen een uitgebreid artikel in Moesson. Onder de kop ‘Ik ben geen spionne geweest’ kreeg mevrouw Heijligers alle ruimte om uit te leggen dat zij onschuldig was. Merkwaardig was het bijschrift van de redacteur Ralph Boekholt waarin deze stelde dat het zijns inziens ‘ver beneden peil was om getuigen en bewijzen te zoeken om één vrouw te ontmaskeren als spionne om daarmee de waarheid van de dagboekaantekeningen aan te tonen.’ En hij vervolgde, ’Een ieder die oorlogsmisdaden heeft begaan, mag en moet ook nu nog ter verantwoording worden geroepen. Maar om een Indisch meisje dat voor en in de oorlog te oppervlakkig was om zich bezig te houden met politiek, oorlog en verzet en dat alleen maar probeerde zichzelf en haar familie door de oorlog te slepen af te schilderen als iemand die heulde met de vijand, gaat te ver.’

In 1991 werd het vonnis van de rechtbank nog een keer bevestigd door het Gerechtshof. ‘Het hof constateert dat Heijligers contacten heeft onderhouden met Japanners, onder wie ook Japanse officieren. Die contacten stegen uit boven het beperkte niveau dat van terughoudende burgers van een door een Japans oorlogsleger bezet land mag worden verwacht.’ Desalniettemin, de uitgever had kunnen kiezen voor het gebruik van initialen. Van Wijnen moest de nog niet verkochte exemplaren van alle verkooppunten terugnemen. Tevens kreeg mevrouw Heijligers een voorschot toegekend op een nog nader vast te stellen schadevergoeding.

Inmiddels zijn we meer dan 30 jaar verder. De hoofdpersonen uit dit drama zijn overleden. Het vermoorde land is alleen nog beschikbaar via antiquariaten. Is het misschien niet tijd om het dossier van Deetje nog een keer uit de kast van het Nationaal Archief te trekken om ons oordeel over deze zaak aan te scherpen?   

 

 


Viewing all articles
Browse latest Browse all 529