Het dagelijks nieuws geeft soms aanleiding tot een glimlach, maar ook tot ergernis. De vraag naar de waarheid wordt nooit genoeg gesteld.
Door Bert Immerzeel
Mocht u het hebben gemist: roddeldame Yvonne van Coldeweijer is door de rechter veroordeeld tot het rectificeren van een video. Ze had daarin de weduwe van volkszanger André Hazes een ‘gecremeerde kroket’ genoemd. ‘Onnodig grievend’ oordeelde de rechtbank. Jammer genoeg werd niet de vraag gesteld waaróm zij mevrouw Hazes die kwalificatie gaf. Waarschijnlijk, maar da’s gissen van mijn kant, omdat mevrouw Hazes wel erg veel onder de zonnebank ligt.
Volgens de advocaat van Coldeweijer zou mevrouw Hazes ‘bij het verdedigen van haar eigen belangen een loopje (nemen) met de waarheid en schuwt ze niet om het geschiedenisboek compleet te herschrijven.’ Aan wie doet me dit denken?
In de Indische gemeenschap hebben we ook een mevrouw die de indruk wekt de geschiedenis ondergeschikt te maken aan haar eigen belangen. Als zij iets als een misstand ervaart, schrijft zij daarover een boek, richt een actiegroep op om die misstand te bestrijden, en daarna…. niets meer. Een paar jaar later doet zij hetzelfde om een nieuwe misstand, en wederom… niets. En dat gaat zo maar door. En of het nu gaat om het de backpay, de Birma-krijgsgevangenen, de opvang van de gerepatrieerden, of de openbaarmaking van gegevens in het Nationaal Archief over de ‘troostmeisjes’: de boosdoener is altijd de Nederlandse overheid. Een conclusie die Indisch Nederland graag leest.
Griselda Molemans kwam deze maand wéér in het nieuws, deze keer omdat zij zowaar een klein succesje had geboekt. Althans, zo leek het. Haar speurtocht naar het leed van de troostmeisjes deed haar overtuigen dat er in Nederland voor deze groep een monument moest komen. De gemeente Amsterdam liet weten geïnteresseerd te zijn. Een door Molemans in 2019 ingediend projectplan werd goedgekeurd, dat wil zeggen, de gemeente staat er voor open en denkt mee. Verder niet. Vreemd genoeg, en nu niet vermeld in de media, stond ook de gemeente Rotterdam drie jaar geleden open voor een dergelijk initiatief. Wat is er in Rotterdam fout gegaan wat nu in Amsterdam wél zou kunnen lukken? Rotterdam sprak slechts over het ‘faciliteren’ van een monument, de financiering werd overgelaten aan het privé-initiatief. Was dit laatste het struikelblok?
Wat kost zoiets? Als we denken aan de kostprijs van de Indische Tantes in Den Haag, een voorstel van schrijfster Yvonne Keuls tien jaar geleden, dan komen we toch al gauw in de buurt van een ton. En wie gaat dat betalen? Als de crowdfunding in Rotterdam niet werkte, waarom zou dat in Amsterdam wél werken? Of stelt de gemeente Amsterdam zich garant voor de kosten? En nog iets anders, Amsterdam mag dan ‘belang hechten aan vrijheid van meningsuiting, evenals plekken om te herdenken’, aldus de wethouder van cultuur, Amsterdam heeft ook, internationaal gezien, een imago dat – zeker waar het prostitutie betreft – op het randje balanceert. En waar moet dat monument dan komen? Het Oudekerksplein, midden op de Wallen, lijkt een minder goed idee. Het Oosterpark dan misschien? Of, mocht het niet lukken, dan maar uitwijken naar Lutjebroek of Hendrik Ido Ambacht?
Afijn, Molemans had haar momentum. Zelfs zo zeer, dat het journalistenblad Villamedia een artikel aan haar wijdde onder de titel ‘De week van Molemans’. Trouw schreef ‘dat in kringen van beroepshistorici het werk van Molemans niet altijd even hoog staat aangeschreven.’ Ze zou te veel bekend staan als activiste. Molemans maalt daar niet om. ‘Ik heb wel eens op een podium gestaan om te pleiten voor rechtsherstel; ben ik dan meteen een activiste?’ zegt zij in Villamedia.
Misschien gaat het juist om dat ‘wel eens’. En misschien vindt mevrouw Hazes ook niet dat zij méér dan ‘wel eens’ naar de zonnebank gaat.