In Nederlands-Indië bestonden veel warenhuizen met bekende namen als Toko Piet, Toko Nam en Toko De Zon. Bij het lezen daarover denkt Bert Immerzeel dan al snel aan de… Hema.
Door Bert Immerzeel
Het blijft aanmodderen met de Hollandsche Eenheidsprijzen Maatschappij Amsterdam (Hema). Het lijkt wel of er geen einde komt aan de berichtgeving over het mogelijke definitieve faillissement. Naar het schijnt heeft de vorige eigenaar het bedrijf van de hand moeten doen, en is het nu in handen van een groep buitenlandse schuldeisers, die het op hun beurt weer willen verkopen.
Hema maakt het dagelijks leven leuker en makkelijker, lezen we op de website van het bedrijf. Ik weet het niet. Wat ik wél weet is dat Nederland nog steeds verliefd is op de Hema, en dat zo ongeveer iedereen het een groot verlies zou vinden als het failliet zou gaan.
Vroeger, ja vroeger, had je heel veel meer winkels als de Hema. Zoals in de Winkel van Sinkel: hoeden en petten, en damescorsetten, drop om te snoepen, en pillen om te poepen. Maar die tijd lijkt voorbij. Ofwel ze groeiden en groeiden, zoals De Bijenkorf en V&D, en gingen dan soms alsnog ten onder, ofwel ze specialiseerden. De Hema deed geen van beiden, en bleef een beetje de buurtwinkel met van alles wát. Met een eigen design, en met een fris kleurtjes, maar toch, een winkel van Sinkel.
Toko De Zon
In Indië had je ook dit soort warenhuizen, zoals bijvoorbeeld Toko Piet, Toko Nam en Toko De Zon. Net als de HEMA opgericht in de jaren ´20. Over de oprichting van Toko De Zon vinden we op het internet een interview met Guy Oei, de kleinzoon van de man waar het allemaal mee begon. Zijn grootvader, vertelt hij, was als 12-jarig jongetje uit China naar Indië gereisd om daar, in Batavia, bij zijn moeder en oudste broer te wonen. Deze broer, die een waroeng runde, sterft enkele jaren later, en de jongen wil nu de zaak overnemen. Bij de Borsumij, waar hij krediet vraagt voor de inventaris, wordt hij op zijn woord geloofd: de winkel kan worden geopend!
De combinatie van een groot assortiment – aanvankelijk alleen confectie, maar later ook voedingsmiddelen – en lage prijzen doet het goed. Enkele jaren later worden winkels geopend in andere steden op Java. In de jaren ´30 is ‘Toko de Zon’ een begrip geworden op heel Java.
Toko De Zon was echter niet alleen een populair warenhuis, het toonde ook te beschikken over maatschappelijke verantwoordelijkheid. Toen de Japanners China binnenvielen en daar huis hielden, bekostigde de directie een ambulance-unit om de getroffen Chinezen bij te staan. In het Chinees-Indische tijdschrift Sin Po lezen we dat de Chinezen in Indië vijf van dergelijke units financierden. Door hun contacten met familieleden in het moederland zullen zij mogelijk eerder dan wie ook in Indië de dreiging van de Japanners hebben gevoeld.
Erfgoed
Toko de Zon is niet meer. Dat wil zeggen: de firma heeft zijn grenzen verlegd en is uitgeweken naar Singapore. Misschien was het door de oorlog, misschien door de spanningen tussen de Chinezen en de Indonesiërs. Waarschijnlijker echter door de verwachtingen van een hoger rendement. We weten het niet. Wat zeker is, is dat de eerste vestiging van Toko De Zon, die aan de Pasar Baroe in Batavia, ter ziele is gegaan. Het gebouw van de winkel in Soerabaja, hier ooit ‘Aurora’ geheten in verband met een andere winkel met de naam ‘De Zon’, werd later een bioscoop. Wat nu nog van het oorspronkelijke gebouw rest is nauwelijks meer te herkennen. De winkel in Bandoeng, eens een mooi pand in art-deco stijl, is nu niet meer dan een gevel met daarachter een bouwput.
De Indonesiërs hebben de laatste tijd steeds meer interesse in het behoud van koloniaal erfgoed. We mogen dan ook hopen dat dit gebouw een nieuw leven zal krijgen, en dat de naam op de gevel behouden blijft. Zonder die gevel, zonder die naam, zou het verhaal van Toko De Zon, en dus dat van de grootvader van Guy Oei, mogelijk worden vergeten.
Naamsbekendheid is belangrijk. Daar begint alles mee. En, beste lezer, sta mij nu toe dat ik een sprongetje maak naar het heden. Ik weet niet of u geïnteresseerd bent in fietsen, maar ik wél. Ik zit de laatste tijd uren te genieten van de wielerklassiekers, en kijk reikhalzend uit naar de Tour de France. En, wat viel me op? Wat zag ik op de shirts en mouwtjes van ‘onze’ Jumbo-Visma-jongens? Juist: HEMA!
De Hema lééft nog. En Toko De Zon ook nog, zij het een héél klein beetje, in onze herinneringen.