Quantcast
Channel: Java Post
Viewing all articles
Browse latest Browse all 529

Het staatsbezoek had ook de Molukken aan moeten doen

$
0
0

Indonesië Het is een gemiste kans dat de koning en koningin de oude band tussen Nederland en de Molukken niet hebben onderstreept, schrijft Juan Seleky.

Straat te Ambon, ca. 1900

Door Juan Seleky

Hoewel het op zichzelf een positieve ontwikkeling is dat koning Willem-Alexander en koningin Máxima een staatsbezoek hebben gebracht aan Indonesië, aan de vooravond van de viering van 75 jaar onafhankelijkheid van deze oud-kolonie, is het jammer dat zij de Molukken niet hebben aangedaan.

Want juist op de Molukken is de Nederlandse kolonisatiegeschiedenis van Indonesië, het voormalige Indië, vierhonderd jaar geleden begonnen, al is dat een onderbelicht aspect van de kolonisatiegeschiedenis.

Over deze gedeelde geschiedenis en de eeuwenoude band tussen Nederland en de Molukken wordt zelden of nooit gesproken. Het wordt kinderen op scholen niet geleerd. De Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) startte op de Molukken de specerijenhandel, waaraan Nederland heel veel geld verdiende tijdens de Gouden Eeuw. In 1620 benoemde de Compagnie Pieter Both als eerste gouverneur-generaal van Indië op de Molukken.

Tot die tijd waren de Molukken redelijk welvarend geweest. Toen de Nederlanders in de zeventiende eeuw Indië ontdekten, kozen ze juist Ambon uit als een plaats om zich te vestigen, want Ambon en de andere Molukse eilanden hadden iets heel speciaals. Er groeiden kruidnagelbomen. Nederlanders kochten de kruidnagels, de nog gesloten bloemknoppen van de boom die gedroogd werden, voor weinig geld van de Molukkers en vervoerden die over zee naar Europa.

De Nederlanders verdienden zo uitstekend aan dit Molukse product dat ze zelfs de Molukkers verboden aan anderen hun kostbare kruidnagels te verkopen. Hetzelfde gold voor de foelie, het gemalen vlies van de muskaatnoot, de zaadkern van de vrucht van de muskaatboom.

Javanen

Zo konden de Nederlanders de Molukkers zo weinig betalen als ze wilden. Als de Molukkers stiekem toch aan anderen hun waar leverden, bijvoorbeeld aan de Javanen, werden ze gruwelijk bestraft. De Javanen stuurden op hun beurt geen rijst meer naar de Molukken, omdat ze zelf geen kruidnagels kregen. En dat betekende honger. De Nederlanders lieten weliswaar wel rijst naar de Molukse eilanden vervoeren, maar die was duur en slecht.

Toen Nederland in de loop van de negentiende eeuw voor de verdere kolonisatie van Indië een koloniaal leger nodig had, werd het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) opgericht, in 1814. Veel Molukkers zouden in dit leger dienen. Velen zijn omgekomen tijdens de Japanse bezetting en toen ze meevochten aan de kant van Nederland tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd van augustus 1945 tot 1949.

Een deel van de Molukse KNIL-militairen kwam na de onafhankelijkheid van Indonesië met hun families op dienstbevel naar Nederland in 1950. Deze ‘eerste generatie’ Molukkers is – hoewel ze ernstig teleurgesteld waren door de eerloze behandeling die hun van de Nederlandse regering ten deel is gevallen – altijd trouw gebleven aan het koningshuis zelf.

Meerstemmige geschiedenis

Juist vanwege die trouw en de eeuwenoude band tussen Nederland en de Molukken – belichaamd door een Moluks-Nederlandse gemeenschap van inmiddels tienduizenden mensen – was het symbolisch van grote waarde geweest als het koninklijk staatsbezoek nu ook de Molukken had aangedaan.

Dat dit bezoek niet heeft plaatsgevonden, is een gemiste kans. Maar dit kan worden hersteld bij een volgend staatsbezoek. Ondertussen kan in Nederland worden begonnen met de ontwikkeling van een meer evenwichtige geschiedschrijving over de koloniale periode in het voormalig Nederlands-Indië. Een geschiedschrijving waarin niet alleen het Nederlands perspectief wordt behandeld, maar nadrukkelijk ook het Molukse, het Indische en het perspectief van andere volkeren en gemeenschappen zoals de Papoea’s.

Dit betekent werk voor universiteiten, scholen, maar ook voor instituten als het NIOD, die momenteel onderzoek doet naar de dekolonisatieperiode. Wij vragen: maak het beeld compleet, vertel het hele verhaal, deel de meerstemmige geschiedenis.

 

Juan Seleky is voorzitter van de Landelijke Stichting Molukse Ouderen (LSMO) en co-auteur van Istori-Istori Maluku, het verhaal van de Molukkers en Terug op de Molukken (Arbeiderspers, 1979 resp. 1981).

 

Dit artikel verscheen eerder in het NRC, 20 maart 2020.


Viewing all articles
Browse latest Browse all 529