In een eerder artikel in Java Post introduceerde David Apollonius Coppoolse de op Java wonende Nederlandse amateurbotanica Berthe Hoola van Nooten née Van Dolder (1817-’92), vooral bekend geworden van haar plantenboek ‘Fleurs, fruits et feuillages’. Haar belang voor het onderwijs bleef echter onderbelicht.
Door David Apollonius Coppoolse
Voor Marcel van Dorst
‘Neither a borrower nor a lender be’. Voor bibliofielen kan dit citaat van Shakespeare (Polonius, Hamlet, 1ste akte, 3de scene) maar één ding betekenen: als boeken dan niet geleend mogen worden, laat staan uitgeleend, geef ze gewoon weg, voor niets, uit vriendschap. Dat klinkt mooi, maar het is natuurlijk de vraag of iedereen er zo over denkt. Mijn eigen vrienden lijken het echter helemaal met Polonius eens te zijn. Hier, in mijn huis, bijvoorbeeld, stond al een exemplaar van Fleurs, fruits et feuillages choisis de la flore et pomone de L’Île de Java, het botanische prachtwerk van de negentiende-eeuwse tekenares Berthe Hoola van Nooten, maar wie had ooit kunnen denken dat er van deze uitgave ook losse schoolplaten zouden opduiken, en dat ik vier daarvan eveneens in mijn bezit zou krijgen, dankzij dezelfde vriend die me het originele boek al had gegeven? Toch is dat nu gebeurd, en de platen liggen inmiddels veilig opgeborgen in een grote houten archiefkast (eveneens door hem geschonken) in mijn bibliotheek, te midden van tientallen andere losse Hoola van Nooten-bladen. Waar komen deze schoolplaten vandaan, wanneer zijn ze gemaakt, en wat valt er verder over te vertellen? Aan mijn vriend, de gulle gever, is dit stukje opgedragen.
De platen zijn dan wel bedoeld, maar zeker niet speciaal gedrukt voor schooldoeleinden. Ze blijken afkomstig uit de derde editie van Fleurs, fruits et feuillages, een uitgave die op de titelpagina weliswaar ongedateerd is (‘Préface’ 1880), maar volgens Nieuwsblad voor den Boekhandel No. 92 vrijdag 11 november 1881, ‘vient de paraître’, dat wil zeggen, op die datum zojuist verschenen. Het lijkt er dan ook op dat het als ‘prachtwerk’ geadverteerde boek voor de naderende feestdagen bestemd was, als kostbaar kerstgeschenk. De maker ervan was Pieter Depannemaeker, een professionele lithograaf uit Ledeberg-lez-Gand (Gent). Voor deze derde editie had hij de oorspronkelijke, door Guillaume Severeyns in 1863 naar Hoola van Nootens voorbeeld op steen getekende, maar waarschijnlijk inmiddels vervaagde platen minutieus gekopieerd. Slechts met veel moeite, een vergrootglas en een ouderwets liniaal zijn de subtiele verschillen tussen alle bloemen, vruchten en bladeren te ontdekken. Ondanks de prijs (bij voorintekening in 1863 al fl 60,-, ruim € 600,-) moet de verkoop van alle edities een succes zijn geweest, want al enkele jaren na de laatste uitgave werd er in de Indische couranten gevraagd naar eventueel overgebleven exemplaren. De uitgever, Merzbach & Falk uit Brussel, kon die blijkbaar niet meer leveren.
Op de huidige platen zijn vier op Java populaire plantensoorten te zien: ‘Amherstia Nobilis’ (tegenwoordig Amherstia nobilis, plaat 2 uit Fleurs, fruits et feuillages) uit Birma, ‘Saraca Declinata’ (Saraca thaipingensis, plaat 10) uit Thailand, de inheemse ‘Lagerstrœmia Regia’ (Lagerstroemia reginae, syn. L. speciosa, plaat 22) en de uit Midden-Amerika afkomstige ‘Anona Muricata’ (zuurzak, Annona muricata, plaat 39). Het lijkt erop dat ze speciaal werden geselecteerd om hun spectaculaire uiterlijk. De gechromolithografeerde bladen zijn rondom afgesneden om ze op een lilakleurige kartonnen bladen van handzamer formaat (55 x 37,5 cm) te kunnen plakken, omrand door verstevigend linnen. De oorspronkelijke ondertitels, met de Latijnse en eventueel inheemse plantennamen, zijn uitvergroot, losgeknipt en op de bladen bevestigd, terwijl de vier bijbehorende Franse teksten (alle edities van het florilegium bevatten ook Engelse) eveneens zijn uitgeknipt, en op de achterkant vastgelijmd. Een donkergeel lintje zorgt ervoor dat de platen opgehangen en zodoende zorgvuldig bestudeerd kunnen worden. De constructie als zodanig lijkt minstens een eeuw oud te zijn.
Voor Berthes werk is er altijd veel bewondering geweest. Zijzelf was niet wetenschappelijk opgeleid, maar dankzij haar opvallende tekenkwaliteiten en, volgens eigen zeggen, christelijk geïnspireerde volhardendheid, slaagde ze erin om door iedereen serieus genomen te worden. Daarnaast had ze veel persoonlijke contacten in de hoogste bestuurlijke en natuurhistorische kringen van Batavia en Buitenzorg. De eerste editie van Fleurs, fruits et feuillages (1863-’64) werd door botanici al meteen lovend besproken. Ze won er zelfs internationale prijzen mee, zoals in de zomer van 1883, tijdens de Internationale Koloniale en Uitvoerhandel Tentoonstelling te Amsterdam, toen ze een eervolle gouden medaille ontving voor de twee exemplaren die daar te midden van een ‘overstelpend groot aantal inzendingen uit Oost- en West-Indië’ waren geëxposeerd. Het ene was door de organisatoren uit elkaar gehaald en als losse bladen opgehangen in veertig geelhouten lijsten. Het andere, eveneens compleet, maar nog ingebonden, kwam uit Berthes eigen bezit. De bekende publicist Frederik Willem van Eeden, vader van de schrijver, tevens medewerker aan de ambitieuze Flora Batava en een van Nederlands vroegste natuurbeschermers, was ter plekke vol bewondering voor de ‘fraaie platen’. Zelfs iemand als prins Hendrik (‘De zeevaarder’) bleek enthousiast over Berthes werk. Zowel hij als koning Willem III, zijn broer, hadden zich twintig jaar eerder ingeschreven voor de eerste editie ervan. De prins (overigens de enige Oranje die ooit Nederlands-Indië bezocht) kreeg het boek vlak voor zijn overlijden in 1879 opnieuw onder ogen, toen hij door een publiek tentoongesteld exemplaar in het Koloniaal Museum te Amsterdam bladerde. Voor zijn geestesoog zag hij schitterend geïllustreerde toekomstige Indische flora’s verschijnen, als een voor Nederland roemrijk vervolg op de gezaghebbende, maar ‘alweer verouderde’ (lees saaiere) werken als die van de Leidse botanist Miquel. De schoonzus van de prins, koningin Sophie, had de eerste editie van Fleurs, fruits et feuillages zelfs gedeeltelijk gefinancierd. Dat royale gebaar is misschien wel het meest tastbare bewijs van de bewondering voor Berthes werk. Tegen het einde van de eeuw liet een Bataviaas kunstcomité het boek nog voorleggen aan aspirerende natuurtekenaars, met daarbij het uitdrukkelijke verzoek om tropische gewassen uit te kiezen die daarin niet waren afgebeeld. In 1914 vonden de Nederlandse botanici Koorders en Valeton haar afbeelding van Pisonia zo professioneel gedaan dat ze die gebruikten in hun Atlas der Baumarten von Java, een standaardwerk op dat gebied.
De nu gevonden schoolplaten passen helemaal in deze traditie. Waarschijnlijk zijn ze ooit als voorbeeld op dezelfde losbladige manier opgehangen als tijdens de koloniale tentoonstelling te Amsterdam, waarbij het niet ondenkbaar is dat àlle veertig platen uit Fleurs, fruits et feuillages als zodanig zijn gebruikt. In dat geval moeten er nog zesendertig andere, soortgelijke kartonnen zijn, ergens verborgen liggend in Indië of Europa, wachtend op een gelukkige vinder. De huidige exemplaren zijn afkomstig uit een voormalige Leidse bibliotheek met daarin veel boeken over tropische en Javaanse geneeskunde. Het schijnt dat ze ooit zijn aangeschaft bij de Koninklijke Bibliotheek van België. Overigens kan het niet anders of Berthe heeft haar afbeeldingen ook zelf als voorbeeld gebruikt. We weten namelijk dat ze op haar meisjesscholen te Batavia (1857-’58) en Buitenzorg (ca 1860, pal tegenover ’s Lands Plantentuin) naast muziek, Engels, Frans, Duits, bijbellezen en naaiwerken, vaak tekenles gaf. Misschien waren de muren van de klaslokaaltjes wel volgehangen met haar werk, zoals later met de schoolplaten in Europa gebeurd moet zijn. Ze zal zich die overvloed gemakkelijk veroorloofd kunnen hebben, want ondanks haar chronische geldgebrek bleek de nalatenschap uit onder andere veertien complete exemplaren van Fleurs, fruits et feuillages te bestaan, alle prachtig ingebonden. Het is onbekend waar die terecht zijn gekomen. In elk geval liggen de Brusselse schoolplaten nu hier, in Amersfoort, veilig opgeborgen tussen de duizenden andere prenten en vooral boeken die ik bij leven mag beheren. Met dit stukje wil ik mijn vriend bedanken voor zijn vrijgevigheid. Om met Polonius, mijn naamgenoot, te eindigen, in een fraaie vertaling die Berthe zelf nog had kunnen lezen (Abraham Seyne Kok, Haarlem 1860):
Wees steeds gemeenzaam, nimmer onbescheiden.
Klem met metalen banden aan uw ziel den vriend,
waarvan de proef den keuze billijkt.
Met dank aan Alessandro Di Meo, An Duits, en onze jonge vriend Miguel Fernandez Voortman, zonder wiens speurzin de schoolplaten van Berthe Hoola van Nooten ons zeker ontglipt zouden zijn.
[eerste editie] Hoola van Nooten, Madame Berthe: Fleurs, fruits et feuillages choisis de la flore et de la pomone de L’Île de Java peints d’après de nature. Ouvrage dédié à sa majesté la reine de Hollande. Bruxelles: Émile Tarlier [volgens Nissen: Muquardt], Éditeur, Montagne de L’Oratoire, 5. 1863 [-’64]; met veertig (volgens Nissen achtendertig) ongenummerde, door Guillaume Severeyns gelithografeerde platen, in enkele details met de hand bijgekleurd, gedurende ruim een jaar uitgegeven in tien opeenvolgende ‘livraisons’ (afleveringen) van ieder vier platen, voorafgegaan door één (hierboven genoemde) gezamenlijke titelpagina (uitgegeven na het verschijnen van de derde aflevering?) en tien afzonderlijke titelpagina’s (aflevering I (januari) t/m VI: 1863, VII t/m X: 1864; verkoopprijs complete set ƒ70,-, voorintekenprijs ƒ60,-.
[tweede editie] Hoola van Nooten, Madame Berthe: Fleurs, fruits et feuillages choisis de la flore et de la pomone de L’Île de Java peints d’après de nature par Madame Berthe Hoola van Nooten. Seconde [volgens voorwoord van G. Severeyns: ‘verbeterde’] édition. Bruxelles: Faubourg de Louvain, Rue de Liekerke 40. Publiée par G. Severeyns, dessinateur & chromolithographe de l’Académie Royale de Belgique, 1866; met eveneens veertig (volgens Stafleu & Cowan: (‘1880?’) ’39?) bijgewerkte platen; de gehele tekst is opnieuw gezet, taal- en/of schrijffouten zijn gecorrigeerd en andere opnieuw gemaakt; onder de Latijnse namen worden nu ook de inlandse vermeld; het boek werd door de uitgever in één keer compleet en op verzoek ‘fraai ingebonden’ geleverd, verkoopprijs (volgens Brinkman’s Cumulatieve Catalogus) ∫80,-.
[derde editie] Hoola van Nooten, Madame Berthe: Fleurs fruits et feuillages choisis de L’Île de Java peints d’après de nature par Madame Berthe Hoola van Nooten. Bruxelles: Librairie Européene C. Muquardt, même maison à Leipzig, publiée par Merzbach & Falk, Éditeurs, Libraires de la Cour et de S.A.R. Le Comte de Flandre. Troisième [en laatste] Édition; ongedateerd (‘Préface’ 1880), volgens Nieuwsblad voor den Boekhandel No. 92 (vrijdag 11 november 1881) ‘vient de paraître’ (zojuist verschenen) in een ‘beperkte’ oplage van driehonderd gewone exx à 175,- (Belgische) francs en tien speciale, genummerde exx op ‘Bristol’ à 350,- (Belgische) francs; alle veertig platen opnieuw getekend en in kleur gelithografeerd, door Pieter Depannemaeker (ook: De Pannemaeker) uit Ledeberg-lez-Gand (Gent); de drukker is de Brusselse ‘Imprimeur au Roi’ Weissenbruch; de door Nissen veronderstelde 1885-editie is nooit verschenen.
Dit artikel werd eerder, op 20 augustus 2019, gepubliceerd in het Magazijn van Natuurlijke Historie, van David Apollonius Coppoolse