Quantcast
Channel: Java Post
Viewing all articles
Browse latest Browse all 529

De waterval die brulde als een tijger

$
0
0

Een terugkeer naar de Asahan watervallen op Sumatra

“Geen speelse en lieflijke bergrivier treft men hier, het water zingt een eeuwige zang van kracht en macht, van huiveringwekkende grootheid. Melkwitte watermassa´s schieten met steeds toenemende vaart door de diepe bedding, springen woest over de klippen, beuken met razend geweld de wanden van rotsige kommen, worden voortgeperst door donkere diepe kloven, in ontelbare jaren uitgehold, storten zich ten slotte twee maal met ongeremde kracht loodrecht in de diepte naar lagere terrassen, den verre omtrek vervullend met hun donderende zang.”
Ir. A.H. van Bodegom, in ´Natuur in Indië´, 1937.

Asahan waterval

Asahan waterval, ca. 1935

Door Joost van Bodegom

Eén van de doelen die ik mij gesteld had tijdens mijn eerste reis terug naar Indië was een bezoek aan de Asahan waterval bij het Toba meer. Mijn vader heeft in 1937 in een artikel in Natuur in Indië zijn bezorgdheid uitgesproken over de kwetsbaarheid van het prachtige gebied rond de afwatering van het Toba meer, ter hoogte van Porsea.  Wat zou er terecht zijn gekomen van het gebied dat hij de status van natuurmonument had toegedacht?

Op 3 december 1986 arriveerde ik in hotel Siantar in Prapat. Mijn dagboek vermeldt het volgende relaas:

´Aan de balie informeren hoe het met de Asahan rivier is en of ik naar de watervallen kan. De rivier is er nog maar bij de watervallen is een elektriciteitscentrale waar je alleen met toestemming van “Medan” mag komen….

Teleurstelling maar ik ben niet van plan om eerst een retourtje Medan te nemen. Jammer. Is niet anders. Eerst nu maar op zoek naar het postkantoor om geld te halen. Wandel naar beneden het dorp in. Zelfs in Prapat is de giro gewillig.

Daarna wandel ik al fotograferend verder het dorp in langs het meer. Daarboven donkere wolken met snel naderende regen. Neem een zitje onder de parasol met uitzicht op het hotel aan de andere kant van het baaitje. Af en toe een Prapatter die “Hello mister, where are you from”? roept. “Want speed boat?”  “No”. Peins in de regen hoe ik hier twee dagen zal zoetbrengen.

Dan komt er weer iemand bij me zitten. Hij begint een praatje en vraagt of ik geen tochten wil maken. Jaar of veertig, vriendelijk, niet zo opdringerig. Spreekt goed Engels. Heeft veel bekenden in Nederland wat af en toe door een woord Nederlands wordt geaccentueerd. Is specialist op orchideeën gebied en natuur. Het wordt steeds interessanter. Biedt me tochten om het meer aan en naar Samosir. Vertel hem dat die trips mijn interesse niet hebben. Asahan, Sampuran Harimau, de watervallen, dáár wil ik heen. Oh, maar dat kan wel, hij zorgt wel dat ik er kom hoor. Kan dat dan? Ja, ja dat zal wel lukken. 40.000 voor de taxi en 15.000 voor hem als gids. Ongeveer twee uur heen en twee uur terug, afhankelijk van het aantal keren dat ik wil stoppen. Het is kwart over tien, bewolking scheurt wat en regen houdt op. Morgen maar of toch vandaag nog? Twijfel. Dan toch nu maar. De gids, die Butar blijkt te heten, zegt dat hij het binnen een half uur kan fiksen. Niet aan zijn reisbureau Godakaraya Travel vertellen anders komen die vast met een hogere prijs!

Ik zal niets vertellen en hij vertrekt. Zou het dan toch nog kunnen?. Wel een grote wens. Wie weet, eerst maar zien of ik er kom. Na 25 minuten is Butar terug. Rijden naar het hotel. Trek andere schoenen aan en neem jack mee. Je weet maar nooit. Ook 4 sandwiches besteld, spaart weer tijd. Ze komen uiteindelijk met 12 boterhammen met kaas terug. Dan ook maar voor de chauffeur en Butar.

Op excursie met Butar

Butar met zijn gezin

Butar met zijn gezin

Om half 12 gaan we op stap. Eerst tanken, dan moet Butar wat voor zijn kinderen kopen. Zouden we wel weg komen? In de regen rijden we dan toch in het minibusje richting Porsea. Klinkt dus goed. Butar ligt tevreden op het achterbankje en schijnt een dutje te doen. Zeker goede zaken gedaan vandaag. Wie weet wanneer hij weer wat vangt. Lijkt betrouwbaar. Slingerend en rammelend naar boven. Prachtige sawa’s met glooiende en steile toppen er achter. Na tien minuten een onmogelijk hutje langs de weg. Stoppen. Een stalletje er voor met planten, orchideeën. ´Orchid nursery, nature guide´ staat op het bord. Butars optrekje waar hij met vrouw, zuster en 5 kinderen van 7 tot 1 van de eerste woont. Gaat blij een rolletje koekjes brengen en kennelijk zeggen dat hij een goede dag heeft. Stapt weer in en vertelt van zijn handel met Aalsmeer af en toe, hoe hij orchideeën zoekt en kweekt en soms verkoopt. Als ik wil stoppen om foto’s te maken moet ik het maar zeggen!

Slingerend, heuvel op heuvel af, haarspeld bochten nemend gaan we verder Oostwaarts. Een paar keer stoppend voor foto’s. Af en toe droog. Als we Porsea naderen heeft het daar nog niet geregend. Butar wil me laten zien waar de Asahan uit het Toba meer komt. Two minutes. Toe dan maar, hij doet zo zijn best. Foto’s, in Porsea is een drieweekse markt. Veel, heel veel volk uit de wijde omgeving. Hoofdstraat tot pasar omgevormd. Wil verder naar het Noorden, naar de donderende val van de Sampoeran Harimau die vader zo lyrisch beschrijft in zijn bijdrage aan Natuur in Indië, uit de  jaren dertig. Ik heb een kopie bij me om te trachten dezelfde foto’s te maken en te zien of de waarschuwing om het gebied tot natuurmonument, wat toen al nodig was, serieus is genomen. Zouden we er komen, zou het busje het niet begeven en zouden er  geen andere obstakels op onze tocht opdoemen? Stel je voor dat we er komen. Geen lekke banden, geen kokende motor of iets dergelijks?

In Porsea kondigt een stormachtige wind de naderende regen aan.. We rijden over een uiterst smal weggetje met diepe met water gevulde kuilen noordwaarts maar het plateau waar we over moeten en waar de Asahan verdwijnt om er aan de andere kant weer uit te komen via twee grote vallen. De eerste, die tevens de grootste is ligt dicht achter de kampong Toetoepan: de Wilhelmina val, aldus vader in zijn artikel.

We stijgen geleidelijk en de regen valt inmiddels gestaag neer. Even een stop. “Nature toilet Sir. You too?” Nee, ik hoef nog niet. Wil verder.

Verder, en daar is het al waar ik bang voor was….de weg afgesloten door een fors hek, een wachthuis erbij met politie. Alles vergeefs denk ik. Butar wipt de auto uit. Na enige tijd mag de auto verder maar moet binnen het hek weer stoppen. Butar smoest verder. Geef de moed opdat we het zullen halen. Dan komt Butar de deur van de chauffeur open doen. “Please sir five thousand.” Ik grijp mijn  portefeuille en geef hem de gevraagde som. Handel is handel denk ik. Even later rijden we verder. Zou het dan toch nog mogelijk worden?

De Aek Ponot

De Aek Ponot/Sigura Gura, ca. 1935

De Wilhelmina waterval

Regen slingerende wegen, mooi tropisch oerwoud links en rechts. Varens prachtig. Na een half uur over een prima weg, klimmen en dalen, een moderne nederzetting. Zal wel bij de centrale horen. We hoeven gelukkig niet meer te stoppen. Vijf minuten verder houden we halt. Rechts de rivier en even zuidelijker een half zichtbaar stuwmeer. “Siguragura fall”zegt Butar. Zal wel denk ik, niks te zien van een val. Regen; wil een zijweg op naar het meer maar Butar zegt dat dat niet mag. Stel je voor dat de politie komt controleren. Ok, dan hier maar. Heb het idee dat ik dan tenminste nog iets heb. Wel trieste foto in de nattigheid. Maar weer verder. Even verder centrale gebouwen met slingerende weg aan de overkant het dal in. “Oh”zegt Butar “I mistake, here Siguragura” en ja hoor, aan de overkant een lange sluier. Herken nu ook de haarspelden die ver naar beneden het smalle ravijn invoeren. Herken het van de ansichten die ik in Jakarta kocht. Dit moet dan de voormalige Wilhelmina val zijn . Er is een afstapje naar een afdakje. Maak er dankbaar gebruik van en maak in het druilerige weer wat foto’s. Zo, dat was het dan. Nu maar weer terug. Maar Butar zegt dat we verder gaan, de Sampuran Harimau komt nog! Ik begrijp er niets meer van.

Weer verder dan maar, we zullen wel zien waar het allemaal toe leidt. Regen, stijgen en dalen, rechts het dal met af en toe uitzicht. Na nog een half uurtje ineens een eethuisje. Onderweg 1 of 2 auto’s tegen gekomen, maar mensen en huizen zie je nauwelijks. Butar en zijn  chauffeur zijn aan hun rijsthap toe. Ik bied ze sandwiches aan maar ze eten liever rijst. Kinderen, besluit ballpoints uit te delen. Vergulde snuitjes. Er komt een grote bierpul met warme zoete thee voor mij en rijst met toebehoren voor mijn begeleiders. Ze eten, gewoonte getrouw, met hun handen, smakelijk. Als alles op is zegt Butar dat we even rechts van het huisje nog een foto kunnen maken. De chauffeur blijft wel even achter om op mijn plastic knapzak te passen.

De Sampuran Harimau: de val die brult als een tijger

De Sampuran Harimau: de val die brult als een tijger, ca. 1935

De Sampuran Harimau

Ik ga mee en zie even verder op een hoge, smalle waterval, de Aek Ponot. Butar legt me uit dat dit een zijriviertje is maar dat daar beneden, aan de overkant langs die steile donkere wand eens de Sampuran Harimau stroomde. De elektriciteit centrale had het water nodig. Is via een pijpleiding afgetapt en verdwenen…. Een smal kort straaltje was alles wat restte….

Verbijstering. Over de donkere rotswand aan de overkant in de diepte hangen grijze wolkenflarden, als een lichtgeweven doodskleed. Ervoor gaan een zestal elektriciteitskabels van beneden naar boven….

Wat intriest, wat zonde. Butar vertelt dat hij eerder een Nederlander (Verduin?) hier had gebracht. Kwam elk jaar bloemen strooien voor zijn op de Asahan in de jaren dertig omgekomen vader. Had staan huilen toen hij dit dal na de oorlog voor het eerst weerzag.

Kan het me voorstellen. Ik blijf nog wat foto’s maken. Wie weet wat het wordt. De regen blijft druppelen. Als we naar het eethuisje terug  wandelen vertrouwt Butar me totdat ik hem beter hier en nu kan betalen. Anders zou de chauffeur misschien denken dat… Ok ik betaal hem zijn 15.000 Rph. Ben erg blij dat ik tenminste nog wat heb gezien en nu precies weet hoe het zit met de Sampoeran Harimau in het, zelfs in de regen, machtige en imposante Tangga dal. Al terugrijdend bedenk ik dat het toepasselijk is dat de hemel huilt om het verlies van de val “die als een tijger brult”, de Sampoeran Harimau. Tranen van de natuur omdat het gebrul van deze tijger voor eeuwig is verstomd. Voor eeuwig? Wat mensenhanden maken is nooit eeuwig, soms zelfs een zeer kortstondig leven beschoren. Troost… eens zal de tijger ongetwijfeld zijn donderende stem weer laten horen. Als voorlopig ´in memoriam´ de volgende regels van vader:

“Na deze sprong (Wilhelminaval. J.v.B) verdwijnt de Asahan rivier over eenigen afstand. Een donkere boschkloof neemt haar weer op, het bosch sluit zich over haar heen en ze stroomt over een afstand van eenige kilometers bijna als een ondergrondse rivier door het nauwe boschdal, nergens zichtbaar en zelfs niet hoorbaar want het dichte bosch smoort elk geluid…..”

x
x
x

Naschrift januari 2017
Op Google Earth valt precies na te gaan welke veranderingen er in de Asahan rivier zijn aangebracht voor en na de Wilhelmina/Siguragura val. Diverse dammen zijn goed waarneembaar. De Asahan val is niet meer dan een luttel straaltje water geworden in de brede, nog steeds onbegroeide steile rotswand. De honderden meters hoge Aek Ponot val is nog steeds in volle glorie te bewonderen.
De centrale, volgens gids Butar ontworpen en gebouwd door Japanners, ver na de oorlog, werkte in 1986 niet.
Bij de eerste politiepost die met 5000 Rph moest worden bewerkt had hij mij voorgedaan als een Belg omdat zich ergens in het gebied een Belgische plantage bevond.
Er valt overigens de bouwers van de dammen niets te verwijten. Het paste in de ontwikkeling van dat gebied. Als Indië niet zo dramatisch snel van ons was verdwenen hadden ook Nederlanders deze stappen kunnen ondernemen. Nog onlangs ontmoette ik een telg uit een Gelderse papierfabrikantenfamilie. In zijn diensttijd na de oorlog op Sumatra was een van zijn opdrachten het zoeken naar een goede boomsoort voor een te stichten papierfabriek. Tot mijn verrassing bleek dat de pinus te zijn waarmee mijn vader als houtvester de Karo hoogvlakte in Batakland in de jaren dertig had laten beplanten om de kaalslag te compenseren….
Vraag die nog is blijven hangen. Als je een rivier afdamt kan ik me voorstellen dat de benedenloop jaren, wellicht tientallen jaren, droog ligt. Maar als het stuwmeer vol is zal er toch weer een afwatering nodig zijn. Waarom is de Asahan val dat water kwijt na al die jaren. Wie weet is er een lezer die dat kan uitleggen.´

Beetsterzwaag, januari 2017

Het ontstaan van de Asahan, in Toba Meer

Het ontstaan van de Asahan, in Toba Meer

V.l.n.r.: Wilhelmina waterval, en Sampuran Harimau/Tangga waterval

V.l.n.r.: Wilhelmina waterval, en Sampuran Harimau/Tangga waterval


Gearchiveerd onder:9. Java Post

Viewing all articles
Browse latest Browse all 529