Het EK voetbal is weer begonnen! Europese en wereldkampioenschappen gaan meestal samen met een overdaad aan oranje. Nu is het echter anders. Voetballiefhebber Bert Immerzeel schuift dit keer aan in stemmig zwart.
Door Bert Immerzeel
Mocht u niet van voetbal houden, dan kunt u dit stukje beter overslaan. Vergeef me, ik schrijf het uit liefde voor het spel, maar natuurlijk ook uit frustratie omdat het Nederlandse elftal zich niet heeft geclassificeerd voor het Europese Kampioenschap. Albanië, Wales en Noord-Ierland doen mee, wíj niet. Kan het nóg erger?
Ik zal het toernooi wel volgen, maar moet nog op zoek naar een nieuwe favoriet. Dat zal dan een team moeten zijn met grote namen, want zónder wordt het al snel een saai spelletje. Net als bij wielrennen gaat de voetballerij niet zonder roddel en intrige. Al was het alleen al omdat de media daarmee ook de dagen kunnen vullen waarop níet wordt gevoetbald.
Roddel en intrige
Een voorbeeld: een paar weken geleden moest Messi in Barcelona voor de rechter verschijnen omdat hij miljoenen aan inkomsten niet heeft opgegeven aan de belasting. “En, meneer Messi”, vraagt de rechter, “U wist dus niet wat er met u geld gebeurde?” Messi krimpt ineen. “Nee, meneer de rechter, geen idee.” De man die anders een heel voetbalveld kan bestrijken, probeert zich nu zo klein mogelijk te maken en zich voor te doen als een slachtoffer van zijn financiële adviseurs. Ook Neymar, een andere speler van Barcelona, staat terecht. Met zijn overgang naar Catalonië, een paar jaar geleden, zijn tientallen miljoenen zoekgeraakt. Het spoor loopt naar de familie van de sterspeler. Smullen voor de media.
Is het alleen Barcelona dat te maken heeft met misstanden. Natuurlijk niet. Bij Real Madrid is het vooral de Franse speler Benzema die in de negatieve belangstelling staat. Hij zou betrokken zijn bij een afpersingszaak. Is het alleen Spanje? Natuurlijk niet, ook het Nederlandse voetbal had zijn affaires. Wie herinnert zich nog de kwestie Kluivert, of Van Persie? Smullen voor de media.
Op zoek naar geluk
En ja, ook Indië had zijn ´enfant terrible´: Beb Bakhuys. Nog maar 20 jaar oud zijnde, maar inmiddels in Nederland al beroemd voetballer, reisde hij in 1930 aan boord van het stoomschip Patria naar Batavia. Wat hij daar zocht? Heel simpel: werk. Het beroepsvoetbal bestond in Nederland nog niet, en dus moesten voetballers, net als iedereen, op zoek naar een baantje. Bakhuys was ooit geboren in Indië, zó groot was de stap dus niet. Zijn vader, employé op een suikerfabriek in de buurt van Tegal, was na de dood van zijn vrouw met zijn kinderen naar Nederland gereisd. Beb was toen 7 jaar oud. Later keerden vader en de kinderen weer één voor één naar Indië terug.
In Indië aangekomen, vond Beb werk bij de Bataafsche Petroleum Maatschappij in Soerabaja, en werd daar lid van voetbalvereniging Thor. Hij was er meer dan welkom. De pers was laaiend enthousiast. Nauwelijks een maand na aankomst leidde hij het stadsteam van Soerabaja tegen dat van Semarang naar een 12-1 overwinning: “En dan Bakhuys, de aanvalsleider. Hij nam ´slechts´ 6 doelpunten voor zijn rekening. (…) Het is opvallend, hoe snel deze rasspeler zich populair heeft weten te maken. Want een ontmoeting met Bakhuys in de gelederen moet publiek trekken, hetgeen ook gistermiddag weer bleek. De ontmoeting zelve immers had niets om het lijf, doch het veld was zwart van de mensen.”
Het vertrek
Zo goed als het ging op het veld, zo slecht ging het daarbuiten. Een grote mond tegen een bestuurslid van zijn club kwam hem op een paar maanden schorsing te staan. En ook in zijn dagelijkse werk rezen problemen. We weten niet precies wat hij bij de B.P.M. deed, maar hij moet daarnaast nóg een handeltje hebben gehad. In juli 1932 meldde de krant: “De Raad van Justitie te Soerabaja heeft uitgesproken het faillissement van E.H. Bakhuys, geëmployeerde bij de B.P.M. te Soerabaja.”
Zoals vóór zijn komst in Indië al was gebeurd, zo gebeurde ook nu. Bakhuys was onkundig om zijn bestaan richting te geven, en lichtte voor de zoveelste keer zijn hielen. Zijn fans vernamen uit de krant dat hij in oktober 1932 weer naar Nederland zou gaan, minder dan drie jaar na zijn komst.
De pers was mild in die dagen. Interviews werden niet gegeven, en sterspelers werden alleen gevolgd binnen de lijnen. Als Bakhuys nu had geleefd, dan hadden we veel meer van hem geweten. Dan had hij, net als Messi en Neymar, miljoenenclaims aan zijn voetbalbroek gekregen. En dan was hij zeker ooit de grootste voetballer geweest, in Indonesië geboren. Smullen voor de media.
x
Gearchiveerd onder:9. Java Post