Quantcast
Channel: Java Post
Viewing all articles
Browse latest Browse all 529

Een eethuis in Hollandia

$
0
0

Door Scott Kannekens

Het is al weer 14 jaar geleden dat Toon Eestermans, mijn grootvader, is overleden. Ik was 12 jaar toen hij overleed en nog te jong om me zijn bijzondere achtergrond te beseffen. Een groot schilderij van zijn eethuis in Hollandia herinnert me toch dagelijks aan zijn buitengewone leven. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan en na al die jaren ga ik op zoek naar het verhaal achter het eethuis.

Hollandia in de jaren '50

Hollandia in de jaren ’50

De zoektocht begon op een verloren zondagmiddag. Bij het opruimen van de zolder kwam een enorme verzameling losse foto’s en fotoalbums tevoorschijn. Bij elkaar twee verhuisdozen vol. Oude familiekiekjes gemaakt in Nederland, maar ook veel foto’s van Nederlands Nieuw-Guinea, waar mijn moeder is geboren. Langzaam maar zeker kwamen de herinneringen van haar geboorteplaats terug naar boven, maar na al die tijd zijn er veel gaten in haar verhaal gevallen. De eerste generatie is er helaas vrijwel niet meer, maar er zijn nog genoeg familieleden die hun jeugd in Hollandia hebben doorgebracht en zich dit nog levendig herinneren. Bovendien had opa hier en daar stukjes van zijn levensloop genoteerd en had hij nog wat oude documenten bewaard. Langzaam maar zeker vormden deze puzzelstukjes een verhaal dat begint bij de aankomst in Hollandia. 

De aankomst in Nieuw-Guinea

Op 9 januari 1951 meert de ‘Karossa’ aan in Hollandia-Haven. Aan boord zijn Toon en Elly Eestermans, twee Indo’s uit Bandoeng. De voorafgaande maanden had hun leven in een stroomversnelling gezeten. Nederland had na politieke druk toegegeven en de oorlog in Indonesië gestaakt. Indonesië was onafhankelijk. Het bracht grote verandering in de koloniale samenleving teweeg. De Indo’s waren in één klap hun moederland kwijt en moesten een nieuw onderkomen zoeken. Hoewel Nederland de meest logische bestemming leek, was hun komst naar het vaderland niet gewenst en bovendien was de overtocht voor de meesten onbetaalbaar. Zeker voor Toon. Hij had net zijn moeder en jongste broertje verloren en zijn vader was zonder hem en zijn broers naar Nederland vertrokken. Het enige lichtpuntje in zijn leven was zijn huwelijk met Elly, die nu hun eerste kindje met zich meedroeg. Al snel kwam er een alternatief. Nieuw-Guinea was nog steeds in Nederlandse handen. Het was minder ver weg dan Nederland en werd aangeprezen als een veilige haven voor Indo’s. Het blijft onduidelijk hoe ze de overtocht hebben weten te betalen. Schijnbaar had Toon geld geleend van de gouverneur van Nederlands Nieuw-Guinea, maar hoe dit tot stand is gekomen blijft onduidelijk. Nog niet alle mysteries zijn dus opgelost!

Toon Eestermans en jeep

Toon Eestermans en jeep

Toon en Elly moesten zich in het begin met weinig redden. Nieuw-Guinea was net in opbouw en nog lang niet de oase die hen voor vertrek werd voorgehouden. Het eiland had tijdens de Tweede Wereldoorlog als uitvalsbasis van het Amerikaanse leger gediend en lag daarom bezaaid met oud legermaterieel en hangars. Woonhuizen en infrastructuur stelden nog weinig voor. Hun eerste huisje was een gebouwtje dat bestond uit weinig meer dan hout en rechtgeslagen olievaten als muren. Degelijke onderkomens en een goede infrastructuur moesten nog worden gebouwd. Dit was de taak van de nieuwe Dienst Economische en Technische Aangelegenheden (DETA), die zich bezighield met het opruimen van Amerikaanse materieel en het bouwen van huizen en straten. Hangars werden provisorisch omgebouwd tot woningen en oude jeeps werden gerecycled. De dienst bestond voor het overgrote deel uit Indo’s en Molukse jongens die weinig vooruitzichten hadden op een goed bestaan in Nederland of Indonesië. Maar ook op Nieuw-Guinea hadden de DETA-jongens het niet breed. Ze woonden in de omgebouwde hangars of barakken, die vaak nog geen stromend water of elektriciteit hadden. Gemak en luxe waren woorden die ze in de beginjaren niet kenden.

Nasi Bungkus

Elly Eestermans

Elly Eestermans

Toon kwam niet als DETA-jongen naar Nieuw-Guinea. Hij was bij het KNIL opgeleid tot radiomonteur, maar in Nieuw-Guinea had hij weinig aan deze opleiding. Er woonden in die tijd nog geen tienduizend mensen en radio’s waren schaars. Volgens zijn paspoort was hij dan ook geen technicus, maar koopman. Zijn waar? Nasi bungkus verpakt in een bananenblad en een krant. Eén gulden per portie. Elly kookte en Toon bracht de bestellingen op de fiets rond. Aan klandizie ontbrak het hen niet. Ze voorzagen niet alleen Papoea’s en DETA-jongens van eten, maar ook de marinebasis die op een steenworp afstand van Hollandia lag. Nederland moest haar aanwezigheid kracht bijzetten, want Indonesië maakte sinds haar onafhankelijkheid aanspraak op Nieuw-Guinea.

Toon en Gerrit Eestermans

Toon en Gerrit Eestermans

Hoewel Toon nog nooit een eigen zaak had gerund, wist hij met hard werk zijn bedrijfje op gang te helpen. Van de opbrengsten van zijn handel kon hij goed voor zijn jonge gezinnetje zorgen. Hij kocht een jeep om de maaltijden rond te brengen en kon sparen voor een degelijk huis. De familie maakte dagtripjes en Toon investeerde in zijn passie: fotografie. Hij was voortdurend met zijn camera op pad en legde dan ook veel alledaagse en bijzondere taferelen vast op de gevoelige plaat. Met name zijn gezin en zijn klanten vereeuwigde hij regelmatig en de stapels foto’s geven dan ook een mooi beeld van het Nieuw-Guinea van zijn tijd. Een Nieuw-Guinea dat langzaam maar zeker opbloeide. De omgebouwde hangars maakten plaats voor echte huizen en de stoffige wegen werden verhard. De mensen konden zich wat meer luxe veroorloven. Er verschenen Volkswagenbusjes en de kinderen konden naar school. Voor mijn moeder en haar jongere broer en zus was het een bijzondere tijd. Zij groeiden op in een beschermde en avontuurlijke omgeving. Ze gingen vaak met de familie naar het strand, zwommen in een nabijgelegen rivier of bezochten het monument voor McArthur.

Een echt eethuis

Het eethuis in aanbouw

Het eethuis in aanbouw

Al het harde werk loonde, want in 1956 konden Toon en Elly hun zaak een vaste plaats geven. De bouw van hun eethuis kostte een astronomisch bedrag, namelijk 75.000 gulden. Nog opmerkelijker was dat dit het eerste stenen gebouw op Nieuw-Guinea was. Toon was erg trots op zijn zaak en vernoemde het dan ook naar zijn eerste kind: Virginia. Het gaf DETA-jongens de mogelijkheid ook ná werktijd warm te eten en samen te komen. Eethuis Virginia vormde een spil in het sociale leven van Nieuw-Guinea. Mensen kwamen er niet alleen om te eten, maar ook om de belangrijkste gebeurtenissen in hun leven te vieren. Bruiloften met bloemen en feestgangers vulden regelmatig het huis. Het was een ontmoetingsplek voor hoog en laag, want ook de welgestelden wisten het eethuis te vinden. Toon was geliefd bij allerlei hoogwaardigheidsbekleders. De Papoealeiders Kaisiepo en Jouwe beschouwde hij als vrienden en ook marineofficieren waren vaste bezoekers. Ze leverden namelijk nog steeds maaltijden aan de Nederlandse marinebasis en op de foto’s staan regelmatig militairen.

Zorgeloos was hun leven allerminst. Het eethuis bracht hoge kosten met zich mee en de investering moest worden terugverdiend. De werkdruk was hoog en de dagen waren lang. Elly kreeg echter langzaam maar zeker last van haar gezondheid. De oorlogsjaren eisten hun tol. Ze was nog verzwakt toen ze uit Indië vertrok, maar vanwege de gebrekkige voorzieningen op Nieuw-Guinea kon zij hiervan nauwelijks herstellen. Ze kreeg last van hoge bloeddruk. Toch begon ze ’s ochtends al om vier uur met koken en inpakken van nasi. Ook Toon begon te merken dat hij de werkdruk niet aankon. In 1959 kreeg hij als gevolg van vermoeidheid een ongeluk met zijn jeep waarbij hij zijn enkel verbrijzelde. Toch wisten zij het restaurant draaiend te houden. Toons broers sprongen bij waar ze konden en Toon nam een hulp in dienst om de nasi in te pakken.

Het eethuis, buiten

Het eethuis, buitenzijde

Opnieuw verhuizen

Ondanks hun harde werk leek er snel een einde te komen aan hun nieuwe. Oorlogsdreiging gooide voor een tweede keer hun leven overhoop. Indonesië wilde het laatste restje Nederlands koloniaal gezag uit Azië verwijderen, desnoods met geweld. Het bleef aanvankelijk bij dreigementen, maar in 1962 scheen dit om te slaan in daadwerkelijke actie. Het werd te gevaarlijk voor Toon en Elly om in Nieuw-Guinea te blijven. In het voorjaar van 1962 vertrok Elly dan ook met de kinderen naar Nederland. Hun ticket ligt nog op zolder. Ze moesten Toon achterlaten. Hij bleef nog enkele maanden in Hollandia om de zaken af te wikkelen. Het vertrek van Elly had grote gevolgen, want zonder kok geen eethuis. Toon verkocht zijn waardevolste bezit aan het Nederlandse Gouvernement. Het huis waar hij zo hard voor had gewerkt en zo lang voor had gespaard, bracht uiteindelijk de helft van zijn investering op. Hij had geen andere keus, want hij moest de overtocht naar Nederland zelf betalen.

En zo kwam er een einde aan meer dan tien jaar leven en werken in Hollandia. Voor de tweede keer in hun leven lieten Toon en Elly gedwongen alles achter en moesten zij opnieuw beginnen. Toon wist dat ze nu voor een grotere uitdaging stonden dan in Nieuw-Guinea. Het ging niet meer worden zoals toen. Ze waren niet meer zo jong en in Nederland konden ze niet zonder meer een eethuis beginnen. Hier was alles moeilijker. Toon was zijn contacten kwijt en zijn geld was op. Bovendien kon Elly het lichamelijk niet meer aan. Zij was erg verzwakt en had zorg nodig. Toon liet zijn plannen varen. Hij moest geld verdienen en hoewel het ver stond van zijn glansrijke carrière nam hij nu plaats achter de draaibank. Wel met een glimlach, want voor de tweede keer in zijn leven had hij zijn gezin in veiligheid gebracht.

x


Gearchiveerd onder:9. Java Post

Viewing all articles
Browse latest Browse all 529