Quantcast
Channel: Java Post
Viewing all articles
Browse latest Browse all 529

Ingewikkeld Indië

$
0
0

Tentoonstelling en boek Dossier Indië van Thom Hoffman waren een groot succes. Maar er was ook kritiek, zo blijkt. Na een klacht van een bezoeker stelden externe deskundigen allerlei onjuistheden vast. Het duurde een jaar voor die allemaal waren hersteld.

Het Wereldmuseum in Rotterdam, aan de Maas

Door Gertjan van Schoonhoven

Wie sprak er niet die dag, in de statige Balzaal van het Wereldmuseum in Rotterdam? De gastconservator zelf: acteur, fotograaf, journalist en Indië-kenner Thom Hoffman (63). Stijn Schoonderwoerd (54), directeur van het Wereldmuseum, en van diens samenwerkingspartner, het Nationaal Museum van Wereldculturen. En, tot slot, de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zelf, Ingrid van Engelshoven (D66).

Zij en een zaal vol genodigden woonden op dinsdag 1 oktober 2019 in de voormalige sociëteit van de Koninklijke Yachtvereniging (1851) de opening bij van Hoffmans historische fototentoonstelling Dossier Indië. Voor alle drie een belangrijk moment. Voor Hoffman in de eerste plaats. Hoewel geen historicus, houdt hij zich al meer dan twintig jaar bezig met Nederlands-Indië. Dit was de kroon op zijn werk. Voor de tentoonstelling en zijn fotoboek Een verborgen geschiedenis. Anders kijken naar Nederlands-Indië had hij mogen schatgraven in talloze belangrijke fotocollecties. Niet alleen wilde Dossier Indië het eerste overzicht in beeld zijn van 150 jaar koloniale geschiedenis. Hoffman wilde bezoekers en lezers ook ‘anders’ naar die geschiedenis laten kijken. Geen tempo doeloe-blik, maar kritisch. Vanuit een hedendaags, postkoloniaal perspectief, met de nadruk op de ‘grimmige’ realiteit van het kolonialisme.

Heel anders dus dan de nostalgische fotoboeken over ‘Indië’ van Rob Nieuwenhuys (1908-1999). Die zei er eerlijk bij dat zijn foto’s ‘veel verhullen’, maar deed geen poging om het verhulde te laten zien. Hoffman wel. De driehonderd foto’s die hij selecteerde, zijn even indrukwekkend als onthutsend. Weinig tempo doeloe, veel lijfstraffen, executies, strafexpedities en angstig kijkende Indonesiërs. Maar van een ‘aanklacht’ wilde hij niet spreken, zei hij in een interview. ‘Het is een feitelijke weergave – wat er in beelden gevonden kon worden – van de gebeurtenissen tussen 1814 en 1949.’ In 1814 krijgt Nederland ‘Indië’ terug van de Britten. In 1949 werd Indonesië onafhankelijk.

Ook voor Stijn Schoonderwoerd – vanaf 1 februari de nieuwe directeur van de Nationale Opera & Ballet in Amsterdam – moet het een spannende opening zijn geweest. Het Wereldmuseum was net heropend door koningin Máxima. Daaraan was sinds 2017 een ingrijpende verbouwing voorafgegaan, en ook een heroriëntatie op de rol van het museum in Rotterdam.

Na veel rumoer en zowat een faillissement onder de vorige directeur had het Wereldmuseum weinig krediet meer bij de lokale politiek. De Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur zou op korte termijn beslissen over een subsidie van 5,2 miljoen euro. Het museum moest zijn relevantie bewijzen – en snel ook. Een tentoonstelling naar Schoonderwoerds hart was Dossier Indië waarschijnlijk wel. Onder Schoonderwoerd en Wayne Modest, hoofd onderzoek en sinds 1 januari de nieuwe inhoudelijk directeur, zijn het Wereldmuseum en het Nationaal Museum van Wereldculturen (het Tropenmuseum in Amsterdam, het Rijksmuseum Volkenkunde in Leiden en het Afrika Museum in Berg en Dal) een kritischer koers gaan varen. De musea, eens de pronkkamers van de koloniale tijd, moeten niet alleen minder stoffig worden, ze moeten ook ‘dekoloniseren’. Dat wil zeggen: zichzelf als het ware hersenspoelen om af te kicken van het koloniale verhaal. Er moet veel meer ruimte komen voor het kritische perspectief van de nazaten van de gekoloniseerden van toen. ‘Inclusiever’ worden, is het devies.

Minister Van Engelshoven, ten slotte, had kort voor de opening opzien gebaard met haar verzoek om meer ‘schaduwkanten’ van de geschiedenis in de Historische Canon. Nu ging ze daar op in. Ze wil, zei ze, ‘de complete geschiedenis’. ‘Alle hoofdstukken. Donker en licht, goed en kwaad.’ ‘Een evenwichtige geschiedenis hoort bij een volwassen natie. Een nationaal archief is geen Instagramaccount.’ Ze bedankte Hoffman en het museum voor hun zorgvuldigheid.

Zowel de tentoonstelling als het boek werd een groot succes. De recensies waren van NRC tot De Telegraaf lovend, de bezoekersaantallen en de waarderingscijfers hoog. Hoffmans boek – niet door het museum gemaakt, maar door uitgeverij WBooks – is herdrukt en kreeg van de Vereniging Geschiedenisdocenten Nederland de prijs voor het beste geschiedenisboek van 2020.

Maar hoe ‘zorgvuldig’ en ‘evenwichtig’ is Dossier Indië eigenlijk? Die vraag – zo blijkt uit een reconstructie – moet intern al snel na de opening aan de orde zijn geweest. Op 8 november 2019, vijf weken na de opening, krijgt directeur Schoonderwoerd een mail van een Rotterdamse Museumjaarkaarthouder. De man heeft – als geïnteresseerde – de tentoonstelling meteen bezocht. Maar evenwichtig vindt hij Dossier Indië niet. En er zitten volgens hem in de teksten tal van feitelijke onjuistheden.

De klager – oud-advocaat Benedict Janssen – is geen man die graag wordt afgescheept. Als hij niet snel genoeg antwoord krijgt op zijn eerste mail, mailt hij meteen de raad van toezicht. In zijn eerste bericht aan klager, op 19 november, komt Schoonderwoerd dan ook wat korzelig over. Wat klager Janssen dan weer niet begrijpt, mailt deze op 20 november terug. ‘Elke expositiedag die voorbijgaat leidt tot bezoekers die met verkeerde informatie naar huis gaan.’ Juist musea zouden ‘in deze tijden van nepnieuws een baken van feitelijkheid moeten zijn’. Verwijzend naar Van Engelshoven: ‘Het Wereldmuseum is geen Facebook.’

Begin december krijgt hij uitvoeriger antwoord van Schoonderwoerd. Twee onjuistheden worden aangepast, en er komt een ‘aanvullende controle op alle in deze tentoonstelling gebruikte feiten en cijfers’. En inderdaad: in de loop van december vraagt Wayne Modest, in opdracht van Schoonderwoerd, twee externe deskundigen om alle teksten te controleren op feitelijke onjuistheden.

Marinegeschut expeditie Van Heutz, 1901

Remco Raben (58), bijzonder hoogleraar koloniale en postkoloniale literatuur en cultuurgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, is één van hen, bevestigt hij tegen EW. Bijna per kerende post, op 10 januari 2020, geeft hij in een mail aan het museum ‘zijn ongezouten commentaar’, zoals hij dat tegen EW omschrijft. Raben wil die mail niet integraal met EW delen, maar spreekt van ‘tientallen fouten of foutieve formuleringen’ en geeft daarvan meerdere voorbeelden.

Zo meldt de tentoonstellingstekst dat de Japanners na hun invasie 70.000 westerse burgers interneerden, Raben vindt dat dit ‘142.000 burgers en militairen’ moet zijn. Het aantal omgekomen romusha’s – Javaanse dwangarbeiders van de Japanners – is nooit met zekerheid vastgesteld, maar het waren er geen ‘tienduizenden’, zoals Hoffman schrijft, maar honderdduizenden. Beide kanttekeningen had ook klager Janssen gemaakt.

Raben vindt dat de onjuistheden die hij vond ‘blijk geven van grote slordigheid van betrokkenen’, zegt hij. ‘Hoffman heeft in zijn voorbereiding steken laten vallen en het museum in de begeleiding van Hoffman ook.’ In een twee uur durend, geëmotioneerd en strijdbaar telefoongesprek met EW en daarna in een lange mail, bestrijdt Hoffman dat de gesignaleerde onjuistheden onjuist zijn en laat hij zien op grond van welke bronnen hij tot zijn keuzes kwam.

Raben heeft ook inhoudelijk kritiek. Hoffman zou zijn pretenties niet waarmaken. Anders kijken? ‘We bezien Indië door de lens van Europese fotografen. Hoffman heeft geen enkele moeite gedaan om het werk van Indonesische fotografen op te zoeken. De gekozen perspectieven zijn zelden of nooit die van Indonesiërs. Hoe kan een beeld dan “anders” zijn?’ Raben verwijt hem ook ‘oriëntalistische frases’, die ‘dicht tegen ouderwets koloniaal taalgebruik aanschurken’. Eenvoudige Javanen. Het wonder van Deli. Onlusten.

Kortom: geen echt ‘postkoloniale’ benadering. Jaarkaarthouder Janssen vindt Hoffman juist te ‘postkoloniaal’. ‘Ik meen,’ schrijft hij Schoonderwoerd, ‘een patroon te zien. Als het over “dader Nederland” gaat, pakt Hoffman uit met heel hoge getallen en veel informatie. Als Nederland niet als dader wordt opgevoerd, noemt hij ofwel geen, ofwel opvallend lage getallen, en komt het onderwerp niet of nauwelijks aan bod.’

De romusha-kwestie is een voorbeeld van die ‘opvallend lage getallen’. En er is wel aandacht voor een hongersnood uit 1845, maar niet voor het leed van de Javaanse bevolking tijdens de Japanse bezetting, met een hongersnood die aan 2,5 miljoen mensen het leven kostte.

Zo ingewikkeld is het krachtenveld rond ‘Indië’. Wat volgens de een te ‘postkoloniaal’ is, is volgens de ander niet ‘postkoloniaal’ genoeg. Hoffman heeft daarbij in de perceptie het nadeel dat hij geen historicus is, en een bekende Nederlander. De Rotterdamse jaarkaarthouder begint er in zijn mails aan Schoonderwoerd over (‘Willen we dit eigenlijk wel, een BN’er als gastcurator over een dergelijk onderwerp’). Raben zegt: ‘Met alle respect, maar geschiedenis is een vak. Hoffman heeft andere talenten.’

Niet dat Raben vindt dat niet-historici van Indonesië moeten afblijven. ‘Ik leer veel waardevolle dingen over de geschiedenis van niet-academici. We moeten ook niet doen alsof Dossier Indië waardeloos is. Tentoonstelling en boek vervullen een functie in het informeren van het grote publiek over de geschiedenis van de Nederlandse bezetting van Indonesië – of hoe je het ook wilt noemen. Maar feitelijke precisie is wel een vereiste.’

Het lijkt er in januari 2020 op dat het museum aan de slag gaat. Raben krijgt bericht dat het museum zich gaat beraden. Schoonderwoerd had Janssen op 4 december al bedankt. ‘Uw interventie leidt ertoe dat we bepaalde interne controlemechanismes verder verbeteren.’ Hij kondigt twee correcties aan. De tekst over de romusha’s zal worden aangepast, de omschrijving van Jacob Haafner als ‘VOC dienaar, 1808’ ook. De VOC is in 1800 opgeheven.

Voorbeeldig gereageerd. In de museumwereld geldt: fout is fout. Heeft een klager gelijk, dan pas je het aan. Eind februari, als ook de tweede factchecker heeft gerapporteerd, past het museum inderdaad twee passages aan: de tekst over de romusha’s en de tekst over het aantal geïnterneerden.

Het museum had zich voorgenomen, zegt directeur Schoonderwoerd, om meteen ook andere wijzigingen door te voeren als de twee factcheckers daarmee zouden komen. Maar toen de rapporten er lagen, ‘bleek wel dat daar meer tijd voor nodig was’. Het museum wilde ze eerst goed beoordelen en ‘eventuele wijzigingen in een tweede ronde meenemen’.

Studioportret van een Indo-Europese familie te Manado

Maar dat gebeurt pas een jaar na de opening, begin oktober 2020. Het museum voegt dan onder meer een extra ‘verantwoording’ toe, waarin de kritiek van Raben naklinkt. ‘Als Wereldmuseum realiseren wij ons dat we met Dossier Indië een beperkt beeld van de koloniale tijd geven. Immers, we gebruiken alleen fotocollecties uit Nederlandse instituten en daardoor kijken we vanuit een eenzijdig perspectief. Ook de lens van de curator speelt een rol bij de keuze van de foto’s, onderwerpen en interpretaties.’

De oorspronkelijke verantwoording hangt ernaast. ‘Dossier Indië vertelt in foto en film het verhaal van de geschiedenis van Indonesië van de laatste eeuw van de koloniale periode.’ De pretenties zijn dus stevig bijgesteld. Van: ‘complete geschiedenis’ naar ‘beperkt beeld’.

Een van de passages die zijn veranderd, is een tekst over de Japanse interneringskampen voor Europeanen. Die gaf geallieerde blokkades de schuld van de enorme hongersnood in de Indonesische archipel tot 1945. In de aangepaste tekst is die zin verwijderd. Ook is Jacob Haafner eindelijk ‘VOC dienaar’ af in een jaar dat de VOC niet meer bestond.

Nam het museum zelf het initiatief? Daar lijkt het niet op. Janssen – de vasthoudendheid zelf – heeft van de raad van toezicht tot de Museumvereniging bot gevangen en licht op 11 september de Rotterdamse wethouder van Onderwijs en Cultuur Said Kasmi (D66) in. Op 29 september bericht deze Janssen dat hij contact heeft gehad met de museumdirectie en dat de teksten ‘uiterlijk begin oktober’ zijn aangepast. En zo geschiedt.

Kasmi wil EW zijn brief niet mondeling toelichten. Hij laat het bij een schriftelijke reactie, die weer een kopie is van zijn brief aan Janssen. Zijn woordvoerder bestrijdt dat er sprake is van ‘ingrijpen’. De wedervraag hoe de wethouder het dan wil noemen, blijft onbeantwoord.

Waarom duurde het zo lang voor de tweede ronde wijzigingen werd doorgevoerd? De wethouder schrijft dat ‘de impact van de coronacrisis het museum parten heeft gespeeld’. Schoonderwoerd noemt een andere reden. ‘Het is helaas blijven liggen.’ Om ‘Rotterdam ervan te overtuigen dat het Wereldmuseum de moeite waard is om te redden’ waren er nog twee grote tentoonstellingen in de maak. ‘Het was alle hens aan dek.’

Toen de wethouder zijn ambtenaren navraag liet doen, ontdekte Schoonderwoerd dat die tweede ronde nooit was doorgevoerd en heeft hij intern met de vuist op tafel geslagen. ‘Potverdorie, zijn die teksten nu nóg niet aangepast? Ik dacht dat dat al lang was gebeurd.’ Ook hij spreekt tegen dat het een interventie van de wethouder was. ‘Daar gaat de wethouder helemaal niet over!’

Een complicatie was dat de tweede deskundige – wiens naam de directeur niet wil noemen – deels weer andere opmerkingen had dan Raben. ‘Wat de ene deskundige fout vindt, hoeft de andere nog niet fout te vinden. Het is heel lastig om te zeggen: zo zit het precies. In veel gevallen ging het om een bepaald perspectief van de deskundige op de geschiedenis. Dat moesten wij punt voor punt zorgvuldig wegen, en dat kost ook tijd.’

Hoewel Schoonderwoerd dat tegenspreekt (‘dan had ik wel een stagiair gevraagd om het uit te zoeken’), heeft meegespeeld dat het museum zijn gastconservator niet in verlegenheid wilde brengen. Janssen zegt dat persoonlijk te hebben vernomen van Schoonderwoerd bij een gezamenlijk ‘kopje koffie’.

Ook Raben zegt dat ‘van verschillende kanten’ te hebben gehoord. ‘Ik begreep dat het moeilijk was een balans te vinden tussen het aanbrengen van wijzigingen en het respecteren van de toon en de opzet van Hoffman.’ Enig begrip kan hij wel opbrengen. ‘Als je zo groots hebt uitgepakt, kan ik me wel voorstellen dat het een dilemma is, ja. Het museum heeft geprobeerd het probleem mede te ondervangen door discussiebijeenkomsten. Dat vond ik wel een elegante oplossing.’

Feit is dat Thom Hoffman nooit is ingelicht over de correcties. Die hoort het van EW. Erg vindt hij dat niet. ‘Het is hun verantwoordelijkheid. Ik ben blij dat ze me er niet mee hebben lastiggevallen.’

 

Dossier Indië zou na 19 januari 2021 verhuizen naar Leiden. Omdat corona het hele tentoonstellingsschema in de war heeft geschopt, gaat dat niet meer door.

 

Dit artikel verscheen eerder in Elsevier´s Weekblad (EW), 30 januari 2021


Viewing all articles
Browse latest Browse all 529