De excuses van de koning lijken gemeend, maar er is meer over te zeggen, aldus Remco Raben. Er is nog heel veel werk te verrichten…
Door Remco Raben
Wat valt er nog te zeggen over de ‘excuses’ van de Nederlandse regering aan Indonesië?
In de eerste plaats: opvallend is het voortgaande gebruik van de term ‘exces’. In de Engelse tekst heet het ‘excessive violence’. Dit is een voortzetting van het ‘beperkende’ frame van het geweld als a) uitzonderlijk en b) losstaand van andere vormen van koloniaal geweld.
Het begrip excessief geweld (in de Nederlandse tekst staat geweldsontsporingen) laat zien hoezeer de politieke gedachtenvorming over de Nederlandse misdaden in de oorlog in het verlengde blijft staan van het verzachtende taalgebruik uit de tijd zelf en in de Excessennota van 1969.
Ten tweede: postkoloniale deemoed ontbreekt in de speech. Hier worden excuses gemaakt voor een afwijking op de regel (de goedertieren kolonisatie). Over hoe kolonialisme dit geweld mogelijk maakte, doet de speech geen uitspraak. Het excuus is gespeend van historisch inzicht.
Ten derde: de erkenning van 17 augustus 1945 is opnieuw slechts ‘historisch’ en ‘politiek’. Juridische consequenties worden angstvallig gemeden. Dat maakt het excuus voor Indonesiërs betekenisloos, want voor hen is de formele erkenning van 17 augustus 1945 heilig.
Oud-minister Ben Bot reageerde recent op kleine wijze door te stellen dat hij het in 2005 allemaal al netjes had afgehecht. Kennelijk beseft hij niet dat de geschiedenis politiek niet af te hechten valt en ontbeert hem een klare kijk op het Indonesische perspectief.
In 2005 werd ook het KUKB opgericht. Dankzij het werk van het Comité en zijn voorman Jeffry Pondaag werd de Nederlandse regering geconfronteerd door de slachtoffers van het Nederlandse geweld. Zoals bekend heeft de politiek zelden spijt maar vooral angst voor straf.
Dat moet historici tot bescheidenheid stemmen. Wat 70 jaar historisch onderzoek niet heeft vermogen teweegbrengen, is dankzij het werk van een Indonesische activist en zijn advocaten op de politieke agenda komen te staan. Excuses waren er zonder de confrontatie niet gekomen.
Het is wachten op wat de excuses waard zijn. Het zou logisch zijn als de regering nu het *juridisch* onderzoek naar de Nederlandse misdaden ruimhartig faciliteert ten behoeve van overlevenden, nabestaanden en haar eigen rechtsbeginselen.
Het moment van het bezoek en het uitspreken van excuses is uitermate strategisch gekozen. Dit komt ruim voor de viering van 75 jaar vrijheid van Indonesië, a.s. augustus. En nog ruimer voor het verschijnen van de resultaten van het historisch onderzoek van NIOD/KITLV/NIMH.
Dat is handig, omdat er geen grote consequenties getrokken hoeven te worden uit de onderzoeksresultaten. De politiek is immers al door de knieën gegaan, het geweld was ‘ontspoord’ of ‘excessief’ (wat van alles kan betekenen). De rest is een historische invuloefening.
De reacties
Dan de reacties. Ik heb een klein onderzoekje gedaan onder vrienden en collega’s in Indonesië – zonder uitzondering academici en niet representatief. De meesten waren nauwelijks op de hoogte en de meesten vonden de excuses wel terecht maar erg laat en nauwelijks relevant.
Men twijfelde overigens nogal aan de oprechtheid van de excuses. Men zag vooral de captains of industry achter de brede rug van de vorst en vonden het excuus ‘instrumenteel’. Dat is misschien niet helemaal waar maar geeft aan hoe halve excuses en erkenning overkomen.
Nederlandse reacties zijn lauw. Postkoloniale critici zijn begrijpelijkerwijs niet tevreden. Indische Nederlanders voelen zich gepasseerd. De Federatie Indische Nederlanders blaast voort op haar valse fluitje door excuses van de Indonesische regering te eisen.
Maar excuses zijn geen ruilmiddel. Geweld van onderdrukkers is moreel en historisch volstrekt niet vergelijkbaar met dat van onderdrukten. Een ‘balance sheet of violence’ vergoelijkt koloniaal geweld. Daar komt bij dat niemand het Indonesische geweld ontkent.
Het lijkt me dat de regering thuis meer uit te leggen heeft dan achter het vruchtensap bij het staatshoofd van deze opkomende Aziatische reus. Nederland leeft in postkoloniale tijden. Dat is voor de huidige regering een heel ingewikkelde leerschool.
Bovenstaande artikel is afkomstig van de Facebook-pagina van Remco Raben, 10 maart 2020.