Quantcast
Channel: Java Post
Viewing all articles
Browse latest Browse all 529

Oud-minister Ben Bot: Geen excuses aan Indonesië

$
0
0

De Indonesiërs wensen helemaal ‘geen excuses’ voor Nederlandse wandaden tijdens de politionele acties in Nederlandse-Indië kort na de Tweede Wereldoorlog. Dit zegt oud-minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot. Nederland moet ophouden met ‘zelfkwelling’, 75 jaar na dato. Volgend jaar zal de vraag om excuses weer opkomen als drie gerenommeerde instituten hun onderzoek presenteren.

Ben Bot (ANP)

Door Jan Hoedeman

,,Geen excuses!’’ zegt oud-minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot (82) in een interview met het Algemeen Dagblad. Bot, voormalig bewindsman uit het tweede kabinet-Balkenende, doe zijn uitspraken aan de vooravond van het staatsbezoek aan Indonesië. ,,De Indonesiërs voelen dat niet als zodanig, dat Nederland dat moet doen. Die vragen daar niet om. Die zeggen: jullie zoeken naar iets wat wij niet van jullie vragen.’’

In september 2021 worden uitkomsten van een studie gepresenteerd naar het optreden van beide overheden. Na jarenlang trouwtrekken door de Tweede Kamer besloot het tweede kabinet-Rutte tot zo’n onderzoek. Het NIOD, het Nederlands Instituut voor Militaire Historie en het Koninklijk Instituut voor Taal, land en Volkenkunde hebben een jaar langer nodig gehad.

Lees hieronder het volledige interview met Ben Bot. Hij meende in 2005 alle gevoeligheden in de relatie met de voormalige kolonie Indonesië te hebben bezworen. Maar 75 jaar na dato, rond het staatsbezoek aan het land, dreigen alle geesten weer uit de fles te komen door de Nederlandse zelfkwelling.

Vlagvertoon

In een chic pand aan het Lange Voorhout ontvangt Ben Bot (82). Bot is er blij om dat het koningspaar over enkele weken voor een staatsbezoek afreist naar Indonesië. ,,Het is belangrijk dat we daar wat vlagvertoon tentoonspreiden. De kennis over Nederland in Indonesië glijdt weg: het is daar geen topprioriteit. In Nederland zijn er wel veel afstammelingen door het verleden.’’

Zoals Bot zelf. De eerste jaren van zijn leven zat de latere topdiplomaat en minister met zijn moeder in Indonesië vast in een Jappenkamp en zag gruwelen die een onuitwisbare indruk maakten. Zijn vader was bestuursambtenaar en werd door de Japanners tewerkgesteld aan de Birmaspoorlijn. Op zijn 9de vertrok hij uit Indonesië met een taalachterstand.

Aan de vooravond van het staatsbezoek schetst de ex-minister uit het tweede kabinet-Balkenende het palet van gevoeligheden met Indonesië, dat de periode na de Tweede Wereldoorlog domineert. Bot legt uit dat er een patroon in zit.

Bot: ,,Wij Nederlanders rakelen steeds weer zaken op uit het verleden waar Indonesiërs graag een punt achter zouden zetten. Zij kijken graag vooruit. En ik merk ook in mijn gesprekken met de vorige en de huidige ambassadeur, dat zij dat enerzijds wel begrijpen. Maar anderzijds vinden zij het vervelend dat er alsmaar weer dingen uit dat verleden omhoog worden gehaald. Ze zeggen ook: ‘Omdat jullie dat doen, dwing je ons min of meer terug te kijken naar een periode die we achter ons hebben. Dan krijg je steeds hetzelfde verhaal: wij Indonesiërs zijn mensen die vooruitkijken en jullie Nederlanders kijken alsmaar naar achter.’’’

Kort nadat Japan in augustus 1945 capituleert en de bezetting van Nederlands-Indië beëindigt, roept de nationalist Soekarno de onafhankelijkheid van de republiek Indonesië uit. Terwijl in Nederland wordt onderhandeld over een unie van Nederland en de federatieve staat Indonesië, zijn er op Java onlusten, die uitmonden in een guerrilla, waarbij veel Nederlandse burgers worden vermoord.

Daarop wil Nederland de orde en de voedselproductie herstellen en stuurt het kabinet Beel-Drees de grootste militaire overzeese operatie ooit op pad voor de eerste politionele actie in 1947. Door internationale druk en verzet van de PvdA-ministers komt er een wapenstilstand. Ruim een jaar later is er de tweede politionele actie. Het is een militair succes, maar de internationale schade voor Nederland is groot. In 1949 wordt de soevereiniteitsoverdracht alsnog getekend.

Bij de twee politionele acties sterven ruim 100.000 Indonesiërs. Aan de andere kant worden onder de Nederlandse en Indisch-Nederlandse bevolking alsmede onder Molukkers en Chinezen, tienduizenden burgers vermoord door Indonesische nationalisten. Verhalen over wederzijds geweld komen pas decennia later naar buiten en leiden soms tot rechtszaken, zoals over de excessen in Rawagadee, waarbij de Nederlandse staat weduwen schadeloosstellingen uitkeert.

Calvinistische zelfkwelling

Wat bezielt Nederlanders om maar niet los te komen van dat bloedige verleden?

,,Wij zijn misschien vanuit onze calvinistische aard sterk geneigd onze zonden nog een keer op te kloppen en daarvoor vergiffenis te vragen. Liefst publiekelijk, nadat wij onszelf stevig gestraft hebben. Het is zelfkwelling. De Indonesiërs begrijpen die zucht van ons niet om over de schouder te blijven kijken. Ze vormen een jong en dynamisch volk. Als ik er ben, voel ik hun drang om verder te gaan, zich te verbeteren, te groeien. Maar elke keer als we lijken iets te hebben opgelost, komen we weer met iets nieuws. Als het niet Nieuw-Guinea is, dan is het de slavernij. Of zijn het de kampen, gevolgd door de oorlogen. Iedere keer als we denken, nu hebben we die hoofdstukken doorlopen, dan verzinnen jullie weer iets nieuws, zeggen de Indonesiërs, houd er toch een keer mee op!’’

Daar ziet het nog even niet naar uit. Volgend jaar september komt er in opdracht van het kabinet een zwaar rapport uit van drie instituten over ‘onafhankelijkheid, dekolonisatie en geweld in Indonesië 1945-1950’. De onafhankelijke onderzoekers komen van het Niod, het Nederlands Instituut voor Militaire Historie én het Koninklijk Instituut voor Taal, Land en Volkenkunde. Ze kijken naar het politieke, bestuurlijke, militaire, en justitiële optreden van beide landen. De kans is zeer aanwezig dat nabestaanden van omgebrachte familieleden Nederland dan voor de rechter slepen.

,,Ik zou echt hopen dat we er dan een punt achter zetten. Wat ik vrees is dat wij met die rapporten van alles oprakelen. Ik ken een paar van die historici die eraan werken. Die mensen moeten ook hun brood verdienen. Maar die gaan niet schrijven dat het allemaal wel meeviel. Zij moeten toch een vervelend verhaal uitbrengen, dat betekent toch dat we een heel gekrakeel krijgen in praatprogramma’s en dat is nou juist wat de Indonesiërs niet willen. En dat is nou juist wat dit staatsbezoek niet wil.’’

U hebt in 2005 in een toespraak al een groot gebaar namens de regering gemaakt jegens Indonesië.

,,Dat ging niet zonder slag of stoot. D66-minister Brinkhorst was voorstander, maar waarschuwde me: ‘Pas op, want het is Beatrix in 1995 ook niet gelukt tijdens haar staatsbezoek.’ Er is in de ministerraad een aantal stevige discussies over geweest. Aanvankelijk zeiden collega’s tegen me: je moet wel oppassen, is dat nou echt nodig? Wat brengt dit hier in Nederland teweeg? En heeft dat verder consequenties? Daar is in de ministerraad stevig over gepraat in een aantal sessies. Verrassenderwijs was het niet moeilijk om het eens te worden. Uiteindelijk vond men ook: het moment is gekomen, je moet het gewoon doorzetten.’’

U zei in 2005 in een toespraak dat Nederland ‘aan de verkeerde kant van de geschiedenis was beland’. Wel spijt, geen excuses. Waarom?

,,Dat was deel van het voorbereidende gesprek met de veteranen, dat ik eigenlijk hetzelfde zou zeggen, dat ik excuses zou aanbieden, zónder dat woord te gebruiken. Ik ben tot aan de rand van dat woord gegaan. De veteranen kwamen mij voor 95 procent tegemoet, en ik wilde hun ook het gevoel geven dat zij na al die gesprekken hun eigenwaarde zouden behouden. Dat ik niet álles wat zij in Indonesië hadden gedaan terzijde wilde schuiven. Ik begrijp wat er in hen omgaat, ik begrijp dat ze bereid zijn met mij deze stap te nemen. Voor wat hoort wat. De Indonesiërs zeiden toen tegen mij: hiermee is een heel vervelende pagina omgeslagen. Wij willen nu gewoon opnieuw beginnen.’’

Hoe kreeg u de veteranen zover?

,,Ik moet zeggen dat, als je tekst en uitleg geeft, mensen in Nederland heel redelijk zijn. Dat valt me iedere keer weer op. Maar je moet wel met ze praten en het elke keer weer uitleggen. Je moet ook even de context schetsen, het waarom.’’

Staatsbezoek Beatrix

Bij het staatsbezoek van koningin Beatrix aan Indonesië in 1995 speelde ook al de vraag of er excuses moesten worden aangeboden.

,,Zij was toen zeer teleurgesteld dat het toen niet mogelijk was excuses aan te bieden. Ik denk dat het van haar kant moeilijker geweest zou zijn dan van mijn kant tien jaar later. Beatrix stuurde mij hierover later een brief. Ze schreef: ‘Ik wil er toch nog eens even op wijzen dat ik inderdaad in 1995 al geprobeerd heb dat recht te trekken, maar dat kon toen niet’.’’

Waarom kon het niet?

,,Wim Kok wilde de Nederlandse militairen ontzien, die overzee waren gegaan om de orde te herstellen. Dat leefde ook nog heel sterk toen ik de poging ging ondernemen. Ik heb heel wat moeten overwinnen voor het zover was. Ik ben in 2005 daarom zeer uitvoerig te rade gegaan bij allerlei groeperingen om uit te leggen waarom dat moment gekomen was om hen ook aan onze kant te krijgen.’’

Wat was de rol van uw vader in uw houding naar Indonesië?

,,Mijn vader was zeer betrokken bij deze hele overgang, omdat hij bestuursambtenaar was geweest. Na de oorlog werd hij onmiddellijk betrokken bij de besprekingen over de onafhankelijkheid van Indonesië. Als je in de Ridderzaal bent, dan zie je hem op die foto uit 1949 zitten. Mijn vader was progressief: hij vond eigenlijk ook dat we rekening moesten houden met de trots en de eigenwaarde van de Indonesiërs. Dat het toch helemaal niet zo moeilijk uit te leggen was. Dat ook in gedachte hebbend was ik van mening dat wij daar een punt achter moesten zetten. Erkennen dat de onafhankelijkheid in 1945 was begonnen, toen men zich losmaakte, en niet in 1949, toen die een feit was. De veteranen begrepen dat.’’

Als dat rapport er in september 2021 is, vindt u het dan voor de hand liggen dat Indonesië voor een staatsbezoek wordt uitgenodigd en dat er dan excuses worden aangeboden?

,,Geen excuses! de Indonesiërs voelen dat niet als zodanig, dat Nederland dat moet doen. Die vragen daar niet om. Die zeggen: jullie zoeken naar iets wat wij niet van jullie vragen. Wij hoeven geen excuses, wij zijn gelukkig met wat er al is gebeurd.’’

Wat voorziet u als het rapport er is?

,,Dat rapport komt er, daar volgen misschien claims op. Nederland is een rijk land, dus je moet het maar ophoesten. Ik denk dat het die kant zal uitgaan. En misschien komt het geluid hierop: willen Indonesiërs ook eens onderzoeken wat zij gedaan hebben in die periode? Ook de wreedheden en de misstanden van hun kant, voordat we nou de volgende stappen gaan nemen. Ik zou nu zeggen: nodig ze uit voor een tegenbezoek, maar doe geen excuses, dat willen ze niet. Je kunt zeggen, dat is vreselijk, maar van twee kanten zijn er wandaden begaan. Ik zou het niet doen als ik nu minister was. Ik weet niet wat de stemming dan is en ik ken de inhoud van de rapporten niet. Als die overweldigend negatief zijn… Maar ik dacht dat we onderhand alles wel wisten, dat het wel genoeg is geëtaleerd.’’

 

Dit artikel verscheen eerder in het Algemeen Dagblad, 22 februari 2020.


Viewing all articles
Browse latest Browse all 529