De opdracht van historici beperkt zich niet tot het publiceren voor academici en moet in dienst staan van het maatschappelijk debat. Dat hierbij de nachtrust in het geding komt, is onontkoombaar, aldus Bert Immerzeel.
Door Bert Immerzeel
Ik slaap slecht de laatste tijd. Heeft u dat ook soms? Dat u midden in de nacht wakker wordt en dan uren ligt te piekeren over allerlei zaken die overdag meestal minder belangrijk lijken?
En als er dan nog enige logica in zat, maar nee, het is vaak een wirwar van dromen en realiteit, van ver en van dichtbij, en vooral: van heden en verleden. En ik vraag me af hoe daarmee om te gaan.
De schrijver Geert Mak opende in oktober het jaarlijkse Geschiedenis Festival met een rede waarin hij wees op de subjectivering van de geschiedenis: een accentverschuiving van de logos – de rationaliteit en de nieuwsgierigheid – naar de mythos, de terugkeer naar de wereld van de onwrikbare geloofswaarheden. Vooral door de opkomst van het internet leven we in een wereld waarin iedereen overal een mening over heeft, maar de feiten steeds minder belangrijk lijken.
Hij citeerde de Amerikaanse historicus Timothy Snyder uit diens pamflet Op weg naar de vrijheid: “Het verlaten van de feiten is het verlaten van de vrijheid. Als er niets meer waar is, kan niemand nog de macht bekritiseren. Er bestaat immers geen grond meer, waarop je dat kunt doen. Post truth is pre fascism.”´
Mak besloot zijn betoog met een oproep aan de historici om uit hun zolderkamers te breken en zich meer te roeren in het publieke debat. Met feiten, cijfers, argumenten en tegenargumenten. “Omdat de lezers, studenten, leerlingen smeken om duiding, om middelen, om in deze chaos weer lijnen uit te zetten en om iets van die ongrijpbare waarheid weer te heroveren op de mythe van de aperte leugen.”
Ik herken de woorden van Mak, en ben het hartgrondig met hem eens. De feiten worden maar al te vaak overschaduwd door de meningen.
Slachtoffersstatistieken
Neem nu de statistieken van de oorlogsslachtoffers uit Indië. Ik weet het, het wordt een stokpaardje van me, maar toch: heeft iemand zich ooit afgevraagd waarom het aantal gesneuvelde krijgsgevangenen in Japanse tijd (8.200), of het aantal omgekomen Nederlandse soldaten in de periode 1945-1950 (6.000) nóóit ter discussie staat, maar het aantal bersiapslachtoffers wél? Waarom dát aantal sinds de uitvinding van het internet is verveelvoudigd van 3.500 naar 30 duizend of meer? Het antwoord is simpel: omdat in tegenstelling tot bij de eerste groepen achter die laatste ophoging een politiek motief schuilgaat: het motief van de ´Indische Kestie´.
Er valt nog wat te halen, denken velen. En die indruk is begrijpelijk.
“Dertig slachtoffers en nabestaanden van Nederlandse bombardementen in Irak willen daarvoor gecompenseerd worden door de Nederlandse staat”, lees ik in de media. “Waar het om gaat”, zegt hun advocaat Liesbeth Zegveld, “is de vraag wat Nederland heeft gedaan om te voorkomen dat er zo veel burgerslachtoffers zouden vallen? Het is natuurlijk een IS-gebied, maar bewoners hadden bijvoorbeeld gewaarschuwd kunnen worden met pamfletten met de tekst: mensen, het is niet zeker dat het hier vannacht veilig is.”
Nogal naïef, denk ik dan. Waarom de terroristen niet gewaarschuwd met een aangetekende brief? Oorlog is oorlog.
Dezelfde advocaat behartigt ook de belangen van een aantal nazaten van de slachtoffers van de zogenaamde Van Imhoff-affaire: het moedwillig achterlaten – en laten verdrinken – van meer dan 400 voornamelijk Duitse opvarenden aan boord van het schip Van Imhoff na een Japanse torpedering in januari 1942 voor de kust van Sumatra. Zegveld heeft bij het ministerie van Defensie aangedrongen op een gesprek over deze affaire, met als inzet een vorm van genoegdoening of eerherstel voor de slachtoffers en hun nabestaanden.
Het zijn maar een paar voorbeelden. Wat deze en andere acties acties gemeen hebben, is dat ze meestal zijn geïnstigeerd door de sociale media, waar vaak een loopje wordt genomen met de feiten, en waar de burger het altijd beter weet dan de overheid.
Ongehoord!
Verder lees ik nog dat een aantal bekende Nederlanders een nieuwe populistische omroep wil oprichten, ‘Ongehoord Nederland´, die de bezorgdheid om migratie, klimaatverandering, de Zwarte Pietendiscussie en de Europese Unie centraal zet.
Dat je van mening kunt verschillend over migratie, Zwarte Piet of de Europese Unie, dat kan ik me nog voorstellen. Maar dat je zonder droge ogen kunt beweren dat de huidige klimaatvoorstellen van de Nederlandse overheid te ver gaan ´omdat het met die klimaatverandering wel meevalt´, of dat andere landen eerst met maatregelen moeten komen, dat kan er bij mij niet in.
Historici mogen het misschien moeilijk hebben bij het verdedigen van de feiten, natuurwetenschappers nog veel méér.
De tijden zijn er niet meer naar om goed te kunnen slapen.
x