De geschiedenis wordt steeds herschreven vanuit de optiek van tegenwoordig. Soms op grote lijnen, soms op detail. Bert Immerzeel twijfelt over de haast en intenties.
Door Bert Immerzeel
Het kon hem niet slechter uitkomen. De Canadese premier Trudeau wordt midden in zijn verkiezingscampagne uitgemaakt voor racist omdat hij zich twintig jaar geleden op een schoolfeest heeft uitgedost als Aladin, met een bruin gezicht. Dat mag niet, weten we inmiddels. Het begrip blackface, of brownface in dit geval, staat voor rassenhaat, voor minachting van andere culturen. Als het al geen racisme is, dan is het een misplaatste culturele toeëigening.
Iets wat vroeger heel gewoon was, en zonder enige kwade intenties, wordt nu gezien als de kwaadheid zelve. En dan ook nog met terugwerkende kracht.
Zwarte Piet
Laat ik het maar meteen erkennen: ook ik heb vroeger wel eens, nee, ik gooi nu alles maar op tafel, meerdere keren, voor Zwarte Piet gespeeld. Misschien was ik een jaar of vijftien, zestien, dat ik deze rol met overgave vervulde op de lagere school in het dorp waar ik ben opgegroeid. Ik kan me dus beroepen op jeugdige overmoed, op onvolwassenheid, en is het me daarom niet zo zwaar aan te rekenen. Maar toch, ik weet nog dat ik het leuk vond, en dat niet alleen de Sint en zijn Pieten, maar ook alle kinderen die we zagen, er een geweldig feest van maakten. En dat iedereen het leuk vond.
Maar toch, denk ik nu: ´Iedereen?.´ Waren er geen niet-blanke kinderen op die school die het helemaal níet leuk voelden omdat ze zich gestereotypeerd voelden als knechten? Ik weet het niet. Waarschijnlijk niet, maar helemaal zeker daarvan ben ik ook weer niet.
Laten we het erop houden dat ik weldenkend ben, en me in het algemeen kan voorstellen dat raciale karikaturen, van welke aard dan ook, verkeerd begrepen kunnen worden. En dus dat de figuur Zwarte Piet zijn langste tijd heeft gekend. En misschien zou ik me daarom nú, als mij weer gevraagd zou worden of ik deze rol zou willen vervullen, zou bedanken. Omdat ik twijfels heb.
Maar dat neemt niet weg dat ik ook twijfels heb, grote twijfels, over de ommezwaai die we nu maken door – opnieuw: met terugwerkende kracht – alles wat ook maar een zweem van racisme vertoont, ook als racisme te kenmerken. En mijn twijfels groeien alleen maar als ik zie dat die politieke correctheid, want dat is het, uit de Verenigde Staten is overgewaaid. Waarom moet alles wat in de USA als slecht worden ervaren ook híer worden overgenomen?
Marshallhulp
Toen ik klein was kregen wij thuis ieder jaar met Kerst een grote kartonnen doos van mijn ooms en tantes in California. Gedragen kleren, een kerstcake van mijn tante en een envelop met een twintig dollarbiljet voor mijn ouders. Onze eigen Marshallhulp. Ik heb jarenlang in shirtjes gelopen die gemaakt waren van jurken van mijn tantes. Hele hippe Amerikaanse jaren ´50-motiefjes. Ik kan me niet herinneren dat ik daar een probleem van heb gemaakt. Alles wat uit de USA kwam was goed.
Dat laatste, en weinigen zullen me dit tegenspreken, is niet meer zo. In tegendeel. Ergens rond de dood van Kennedy of de Vietnam-oorlog is het fout gegaan, en sindsdien is ons beeld van Amerika drastisch veranderd. Waarom nemen we dan toch zo gemakkelijk die racismekritiek en politieke correctheid van de Amerikanen over? Misschien hebben zij dáár wél reden om de blackface niet te accepteren, maar hoeft dit niet te betekenen dat dat híer op dezelfde reden wordt beleefd. Misschien mogen we de vrijheid hebben hier voorzichtiger te oordelen.
Kolonialisme
In het verlengde hiervan ligt natuurlijk het kolonialisme-debat. De laatste tijd wordt steeds meer, en steeds heftiger geroepen dat Nederland een koloniale staat was en daarmee per definitie ´fout´. En dus lijkt de hele geschiedenis te moeten worden herschreven vanuit díe optiek. En vergeten we dat de redenen van individuele burgers om naar Indië te gaan nét zo begrijpelijk en legitiem waren als die van degenen die afreisden naar de US, Canada of Australië. Om maar wat te noemen. Dat het voor de eersten anders is afgelopen dan voor de laatsten ligt aan de wereldgeschiedenis, maar niet aan die individuen.
Het is makkelijk oordelen achteraf. Te gemakkelijk. Ik hoor mezelf nog zingen op Koninginnedag: ´Waar de blanke top der duinen Neerlands smalle kust begroet´. Als ik dat lied nu opzoek op het internet, verschijnt bovenaan een Youtube-versie van een NSB-jeugdkoor met een lachende Mussert. Oh, mijn God, denk ik dan: ´Was ik zó fout?´
En ja, met Trudeau heb ik een beetje te doen.
x