Hans van den Akker over zijn lezing tijdens de Collegedag Koloniale Geschiedenis in Museum Bronbeek
Door Alex Mazereeuw
De Collegedag Koloniale Geschiedenis op 13 september 2019 speelt zich af op een historische locatie: Museum Bronbeek in Arnhem. Conservator en plaatsvervangend directeur Hans van den Akker is een van de sprekers en verbindt het museum in zijn lezing met de koloniale geschiedenis in Nederlands-Indië. Met een postkoloniaal debat dat in alle hevigheid woedt, wil het museum een genuanceerd perspectief bieden: ‘Door diverse bronnen aan te reiken, kan het publiek zelf een oordeel vormen over de koloniale geschiedenis.’
Wat voor functie vervulde Bronbeek in de Nederlandse koloniale geschiedenis?
‘Bronbeek is van oudsher op een bijzondere manier verbonden met de koloniaal-militaire geschiedenis. Het Ministerie van Koloniën heeft op een vroeg tijdstip – in 1863 – als het ware een uithangbord gecreëerd van het koloniale project in de vorm van het museum. De objecten die hier destijds tentoongesteld werden, lieten zien hoe groot dat koloniale project in werkelijkheid was. Hier kwamen trofeeën te hangen die waren buitgemaakt in Borneo, Sumatra en Java, en lieten zien dat ze daar iets ‘groots’ aan het verrichten waren.’
Tijdens uw lezing beschrijft u de koloniale geschiedenis onder meer aan de hand van objecten uit de collectie van Bronbeek. Kunt u alvast een tipje van de sluier oplichten?
‘Wat ik in mijn lezing bijvoorbeeld gebruik, zijn objecten en trofeeën die destijds zijn buitgemaakt. In de afbeelding hieronder zien we bijvoorbeeld de “Trophee van Borneo”, met in het midden de schedel van de opstandeling en daaromheen de diverse buitgemaakte wapens en vlaggen.
We laten dat soort objecten zien, en tonen daarnaast ook wat de plaatselijke bevolking daar nu precies van vond. Daarnaast ga ik ook iets vertellen over de ontstaansgeschiedenis van het instituut en de ontwikkelingen die het publieksgerichte deel daarin doormaakt.’
Het postkoloniale debat is de afgelopen jaren flink verhevigd, zeker als het om Nederlands-Indië gaat. Hoe gaan jullie hier als museum mee om?
‘We willen een inclusiever verhaal vertellen en daarom ook laten zien en horen wat dat kolonialisme precies betekende voor Indonesiërs en Atjehers. We werken daarvoor samen met een aantal instituties in Indonesië en zijn druk bezig om een ‘’Bronbeek 2.0’’ te ontwikkelen. Daar hoort ook een genuanceerder perspectief bij in de vorm van een stemmentheater waarin gekoloniseerde stemmen een nadrukkelijkere rol krijgen dan in het verleden. Het is een ontwikkeling die de samenleving doormaakt: hoe reflecteren we op die koloniale geschiedenis? De bronnen blijven in principe hetzelfde, maar wat verandert is de manier waarop je er naar kijkt. Je moet kritisch kijken naar de bronnen van destijds en daar een tegenstem bij zoeken.’
Hoe vinden jullie die tegenstem?
‘Het probleem is dat veel bronmateriaal door de koloniale overheid is opgeschreven, en dat de beleving van de lokale bevolking daardoor veel minder aandacht heeft gekregen. Je moet dan toch memoires of historische bronnen vanuit Indonesië halen en die voor het voetlicht brengen, om zo de koloniale blik te ontlopen. Dat lukt ons naar mijn idee steeds vaker. Door die diverse bronnen aan te reiken, kan het publiek vervolgens zelf een oordeel vormen over de koloniale geschiedenis.’
x
Dit artikel verscheen eerder in het Historisch Nieuwsblad, 20 juni 2019
Bekijk hier het hele programma van de collegedag Koloniale Geschiedenis en bestel tickets