Quantcast
Channel: Java Post
Viewing all articles
Browse latest Browse all 529

‘Zoiets dééd je gewoon’

$
0
0

Hoor ons als wij U bidden
Wees bij ons in de nood.
En licht ons bij in leven,
En raadsels rond de dood.
Leer ons op U vertrouwen,
Uw zegen als een groet.
Waardoor wij krachten bouwen,
En houden goede moed.
(Gezang 427:1-8, Liedboek van de Kerken)

Dit jaar was het jaar van het verzet, een jaar waarin met name het verzet in Nederlands-Indië of het Indische verzet extra aandacht heeft gekregen. Op meerdere plaatsen werden tentoonstellingen georganiseerd, op meerdere symposia werden lezingen gehouden. Terugblikkend op driekwart eeuw verzetsbeleving, vraag ik me nog steeds af wat dat verzet nu precies inhield.

Mevrouw Immerzeel-Krul t.t.v. de uitreiking

 

Door Bert Immerzeel

Mijn ouders kregen in 2000 de Yad Vashem-medaille van de ‘rechtvaardigen onder de volkeren´, een onderscheiding van de staat Israël voor degenen die tijdens de Holocaust vervolgde Joden hebben gered. Mijn vader postuum, mijn moeder bij leven. Ik moet toegeven, we hadden ook familieleden die ándere waarden verkondigden, en misschien had ik dit stukje wel niet geschreven als mijn ouders tot díe groep hadden behoord. Misschien heb ik wel geluk gehad…

Afijn, mijn moeder had ook buren, vrienden, leeftijdsgenoten, die het allemaal gedoe vonden, zo´n medaille: “Zoiets dééd je gewoon.”

Regelingen

Laten we hopen, dat de vele aandacht die dit jaar aan het verzet in Indië werd geschonken, ook iets van de diepere motieven van onze interesse aan het daglicht heeft gebracht. Hoe lastig dit is, toont de geschiedenis van de onderscheidingen zélf:

De eerste onderscheidingen werden door het Geallieerde gezag in januari 1946 uitgereikt aan “personen die zich tijdens de Japanse bezetting in of buiten de kampen bijzonder verdienstelijk hadden gemaakt.” De onderscheiding bestond uit een oorkonde en een Japans zwaard. Waarschijnlijk werden deze oorkonden en zwaarden alleen uitgereikt in de regio Bandoeng.

In 1948 werd door Koningin Juliana de Verzetsster Oost-Azië ingesteld: een onderscheiding om degenen te eren die zich “door geestkracht, karaktervastheid of gemeenschapszin op bijzondere wijze verdienstelijk hebben gemaakt voor door krijgsgevangenschap, internering of anderszins in de macht van de vijand geraakte Nederlanders of Nederlandse onderdanen, dan wel in het verzet tegen de vijand“. Het was een ruime omschrijving. Helaas weten we weinig meer dan dat deze onderscheiding slechts werd toegekend op voordracht van derden. Mogelijk werd de ster enkele honderden keren toegekend, vooral aan personen die hulp hadden geboden aan de geïnterneerden.

Uitreiking VHK op 3 november 1983 door Z.K.H. Prins Bernard aan groep uit Indisch Verzet

Vervolgens trad een periode van rust in. De Nederlandse verzetsdeelnemers konden een aanvraag indienen voor een buitengewoon pensioen, de Indische groep werd vergeten dan wel doodgezwegen. In 1980 werd het zwijgen doorbroken met de instelling van het verzetsherdenkingskruis (VHK), waarbij, in afwijking van de verzetsster Oost-Azië, door de deelnemers zélf een aanvraag kon worden ingediend. In vergelijking met de situatie in Nederland werden de criteria aangepast. Een comité mocht oordelen of betrokkene “aan als verzet tegen de vijand aan te merken handelingen heeft deelgenomen.” Ruimer dan dit kon eigenlijk niet. Er was haast geboden bij het verwerken van alle aanvragen. Het comité, ondersteund door ervaringsdeskundigen (o.a. F.J.M. Berting en J.J.P. Leedekerken uit Soerabaja, W. Wijting uit Bandoeng, N. Tanasale uit Batavia) werd het hele land rondgebeld en werden huisbezoeken afgelegd. Het verhaal ging, dat als Nono Tanasale bij een Molukker op bezoek ging, dat hij dan een kris meenam, deze op tafel legde, en recht op de man afvroeg waarom deze dacht een VHK te verdienen. De aanpak werkte wonderwel. Slechts in een enkele geval werd achteraf geconstateerd dat een verkeerde beslissing was genomen.

De regeling werd in 1984 gesloten. In het gedenkboek van het VHK werd een namenlijst opgenomen van de personen die het VHK mochten ontvangen. Hierbij werd echter geen aparte lijst gemaakt van verzetsdeelnemers uit Indië. We weten dan ook niet hoeveel dat dat zijn geweest. Echter ook hier moeten we denken aan enkele honderden.

Buitengewoon pensioen

In 1986, tenslotte, werd de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet (Wiv) van kracht. Voor de verkrijging van een pensioen moest sprake zijn van gepleegd verzet, en daarmee verband houdend blijvend letsel. Onder verzet werd verstaan: “activiteiten welke na de capitulatie van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger, anders dan in militair verband, werden verricht met het oogmerk door daad of houding afbreuk te doen aan de militaire of ideologische doeleinden van de bezetter zonder dat daarbij persoonlijk gewin of andere persoonlijke motieven een rol speelden en welke een zekere mate van duurzaamheid of intensiteit inhielden en waaraan voor betrokkene een duidelijk risico verbonden was.

Het was een zeer scherpe formulering. Natuurlijk: het ging hier voor het eerst niet alleen om een onderscheiding, maar er was ook geld mee gemoeid. Voor de uitvoering werd de stichting Pelita ingeschakeld en werd een apart bureau opgericht; de toekenning was in handen van een comité van ervaringsdeskundigen en de buitengewone pensioenraad. De toepassing van deze regeling, die uiteindelijk zo’n 400 betalingen heeft opgeleverd, had vooral juridische haken en ogen. De Algemene wet bestuursrecht (1992) heeft daar ook zeker toe bijgedragen. Aanvragers namen vaak geen genoegen met een afwijzing, en procedeerden tot het bittere eind.

Weten we nu wat verzet inhoudt? Niet dus. Dat hangt vooral af van de invulling die we in de loop der jaren aan het begrip ‘verzet’ hebben gegeven.

Misschien moeten we het ook maar in het midden laten. Vond de Jap dat je moest buigen en je deed dat niet, dan kreeg je klappen. Als je terugsloeg, pleegde je verzet. Toch?

Zoiets dééd je gewoon.

x


Viewing all articles
Browse latest Browse all 529