Terwijl de Nederlandse overheid nog druk bezig was met een koloniale oorlog, kwam op 6 juli 1948 een groot aantal roei-enthousiastelingen bijeen in het AMVJ-gebouw te Soerabaja, om daar te praten over de wederoprichting van ‘Brantas’, de belangrijkste roeivereniging van Indie. De voorzitter van het nieuwe werkcomite kon hen weinig moois vertellen. Het clubgebouw annex botenhuis was vernietigd, en vrijwel al het materiaal was verdwenen. Ook de kali verkeerde niet in een ideale staat om beroeid te worden.
Desalniettemin meende men, dat een wederoprichting tot de mogelijkheden behoorde. Veel zou afhangen van de financiele bijdrage van bedrijven. De vereniging zou met het oog op het heersende tekort aan boten wel moeten beginnen met een vlotje en wat troggen en volgens de meest optimistische schatting zou een half jaar later slechts één of enkele boten in de vaart kunnen worden gebracht. Het nieuwe clubgebouw zou op de zelfde plaats moeten komen als het oude, aan de Kajoon…
De belabberde situatie vormde wel een heel groot contrast met die van voor de oorlog. ‘Brantas’ was in de jaren ’30 met enkele honderden leden in de bloei van zijn bestaan, en kende al meerdere bijzondere historische momenten.
De oprichting
De eerste initiatieven voor de oprichting van een roeivereniging in Soerabaja vonden plaats kort na de eeuwwisseling. Uit de Indische Courant:
“Het zal omstreeks 1901 of 1902 zijn geweest, dat enkele roei-enthousiasten, de heren Van Santen, De Bock en Van Heemstede Obelt, een tweepersoon outrigged wherry, gemaakt van mahonihout, bestelden bij een Engelse werf. De boot kostte ƒ 750.—, exclusief vracht van Engeland naar Soerabaia. Men ziet, het waren de echte sportliefhebbers, die een dergelijk bedrag voor een boot over hadden.
Het zou echter nog tot 11 December 1904 duren, voordat de eerste roeivereeniging in Indië werd opgericht. De animo om te roeien was vrij groot. Aanvankelijk bleef het ledental echter tot 10 beperkt. In 1906 werd het bestaande bamboeloodsje van ƒ 39.—, de eerste roeiloods, waarin zo langzamerhand de boeboek was gekomen, vervangen door een nieuwe loods, waarvan de kosten ƒ 220.— waren. In verband met de toename van het aantal leden moest ook het roeimateriaal worden uitgebreid. Men had einde 1907 5 boten, namelijk één vier en 4 wherries.
Voor al deze boten was echter de bestaande roeiloods te klein, zodat wederom moest worden overgegaan tot het maken van een nieuwe bergplaats. Het is omstreeks dezen tijd, dat mr. Vreede op het toneel verschijnt. Aan hem heeft de Roeivereniging zeer veel te danken. In de algemene vergadering van 5 September 1907 werd het huishoudelijk reglement artikelsgewijze behandeld en vastgesteld, terwijl de statuten bij besluit van de Gouverneur-Generaal op 8 Februari 1908 werden goedgekeurd. De nieuwe loods werd feestelijk geopend op 17 Mei 1908 door het houden van onderlinge wedstrijden.”
De eerste botenloodsen werden gebouwd aan de Kajoon, aan de oever van de Kali Brantas. Over deze lokatie schreef later de De Revue der Sporten:
“Het botenhuis der Roeivereniging Brantas ligt aan de kronkelende en vrij smalle kali, ongeveer honderd vijftig meter boven een stuw. Deze stuw houdt het water op peil, doch heeft het nadeel, dat in de droge tijd, als uit het binnenland weinig water aangevoerd wordt, de rivier vol zit met waterplanten en stronken. Vanaf een brug tot aan de stuw is in de rivier een bijna recht gedeelte van ongeveer achthonderd meter lengte. Hier racen de skiffs over een baan van 600 meter. De tweeën, overnaads en gestuurd, hebben een baan van 900 meter. Zij hebben hun start hoger stroomopwaarts en moeten een bocht door en onder de brug door. De vieren, eveneens overnaads, starten nog verder stroomop, en leggen langs verscheidene kronkels een afstand van 1700 meter af.”
Over de initiatiefnemers schreef het zelfde blad nog:
“De Roeivereniging Brantas werd door oud-Universiteits-roeiers opgericht, en ook nu nog leveren de afgestudeerden die in Soerabaja hun werkkring hebben een aanzienlijk contingent der roeiers. Een ander gedeelte der raceroeiers wordt gevormd door oud-leden van Nederlandse burger-roeiverenigingen. Voorts leggen verscheidene H.B.S.’ers zich op ’t wedstrijdroeien toe.”
Andere clubs
In 1925 werd een nieuwe sprong voorwaarts gemaakt. Op 19 september van dat jaar werd het nieuwe clubhuis annex botenloods (de derde alweer) geopend. Dit keer was het een clubhuis om echt trots op te zijn: een schepping van de bekende ‘Soerabajaanse’ architect Cosman Citroen. De club had nu zo ongeveer alles wat het zich wensen kon, behalve…. tegenstanders.
Merkwaardig genoeg was ‘Brantas’ nog steeds de enige roeivereniging in Indie, en konden de leden dus alleen maar tegen elkaar roeien. In augustus 1932 werd eindelijk een tweede roeivereniging op Java opgericht: ‘Hollandia’ te Batavia. Op voorstel van Hollandia werd al een half jaar later, in april 1933, de eerste wedstrijd tussen beide clubs georganiseerd. Deze, gehouden te Soerabaja, bleek zo succesvol, dat besloten werd ze jaarlijks te houden. De onderlinge wedstrijden werden hierdoor naar het tweede plan gedrongen. De interstedelijke wedstrijden werden steeds uitgebreider, mede doordat sinds 1935 voor het eerst ook de dames meedongen. In 1933 werd nog een derde roeivereniging op Java opgericht: ‘Kali Baroe’ in Semarang. Ook deze club zou voortaan jaarlijks meestrijden om de roeihegemonie van Java. Soms werden de wedstrijden georganiseerd tegenover het clubhuis van ‘Brantas’, soms echter ook in de haven van Tandjoeng Perak, waar de ruimte kon worden benut voor deelname van sloepen van koopvaardij en Marine. ‘Brantas’, hoe kan het anders, bleek door zijn ervaring meestal aan het langste eind te trekken.
Heroprichting
We keren weer terug naar de heroprichting in 1948. Is het de ‘roei-enthousiastelingen’ in het AMVJ-gebouw gelukt om de vereniging nieuw leven in te blazen? Ja, het is ze gelukt, zij het dat enige concessies moesten worden gedaan. Een roeivereniging kon niet samengaan met een vereniging van zeilers of motorbooteigenaren, zo vond men aanvankelijk. De tijden waren echter veranderd, en dus was het om allerlei redenen – niet in het minst de financiele! – beter om samen te werken. ‘Roeivereniging Brantas’ keerde terug als ‘Watersportvereniging Brantas’, kortweg WSV Brantas.
Ook de locatie van het clubgebouw zou daardoor anders worden. Om tegemoet te komen aan de andere bloedgroepen van de vereniging werd het nu Tandjoeng Perak. In december 1950 vond de WSV Brantas volgens de Nieuwe Courant hier onderdak in het ‘voormalige Qantasgebouwtje’. In 1956 zou sprake geweest zijn van een nieuw clubgebouw.
Daarna verliezen we van Brantas het spoor. Beoefenen de Indonesiers deze Europese sport? Zijn de roei-commando’s ongeveer hetzelfde als in het Nederlands? We weten het niet, en wachten op de reactie van een kenner!
x
Bronnen
De Revue der Sporten, jaargang 24, nr. 49, 13 juli 1931
De Indische Courant, 9 februari 1933
Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indie, 11 april 1933
Soerabaijaasch Handelsblad, 31 maart 1938
De Nieuwe Courant, 7 juli 1948, 18 december 1950
Gearchiveerd onder:9. Java Post