Quantcast
Channel: Java Post
Viewing all articles
Browse latest Browse all 529

Het graf van Kapitein Jas

$
0
0

Sommige verhalen balanceren op de rand van waar en niet-waar, en zijn misschien juist daarom tijdloos. In 1955 deed het blad De Nieuwsgier onderzoek naar het graf Kapitein Jas, en kwam tot opheldering. Echter, is hiermee alles achterhaald?

De boom van Kapitein Jas

De boom van Kapitein Jas

“Op het kerkhof aan Tanah Abang zien we nadat we de hoofdpoort zijn binnengegaan aan de linkerzijde een graf. Om een boom, erg vertakt, staat een gepleisterd muurtje en daarop zijn twee witmarmeren naambordjes aangebracht. Het ene vermeldt ´Vader Jas´,  het andere ´Kapitein Jas´. Voor het muurtje staan vazen, gevuld met verse bloemen. In de takken van de boom hangen kransentrommels en op de muur staat een marmeren duifje zonder snavel.

Wie was Vader – of Kapitein – Jas?  

Deze vraag hebben we aan verschillende mensen gesteld. En dit is het resultaat. Velen begonnen te glimlachen toen ze de vragen hoorden. ´Wat een rare naam´. Ze dachten in het ootje genomen te worden. En niets was serieuzer bedoeld. Men zou aannemen dat de persoon Jas pas onlangs is overleden. Zijn graf wordt nog dagelijks bezocht en er staan steeds verse snijbloemen.

Enkele reacties

´Wie zegt u? Oh, kapitein Jas. Is dat niet die sociale werker? Ja, nu herinner ik het me weer. Dat moet zo´n geweldige man geweest zijn; Hij voelde zich in het bijzonder aangetrokken tot het lot van arme inlanders. Van zijn salaris gaf hij het grootste gedeelte aan een bedelaarskolonie. Wanneer hij precies geleefd heeft, weet ik niet. Hij moet erg gezien zijn onder de armen en de sociaal misdeelden. Nu nog trouwens. Houden de bedelaars niet geregeld bedevaarten naar zijn graf?´

´Jas, dat was die kapitein van de Chinezen. Hij maakte toch vrouwen vruchtbaar ? Nou ja, ik weet ook niet hoe dat precies zat. Maar als je vrouw geen kinderen kan krijgen, dan stuur je haar maar naar het kerkhof aan Tanah Abang.´

´D´r moet hier eens een tijdje een schip op de rede gelegen hebben. De kapitein van dat schip, dat was kapitein Jas. Elke avond ging hij de wal op. Da’s natuurlijk niets bijzonders, dat doet elke zeeman wel. Maar hij dronk helemaal niet, wat toen ook wel een uitzondering geweest moet zijn. Elke keer als een normale zeeman in zijn omstandigheden een borreltje genomen zou hebben, gaf hij het geld voor dat borreltje aan de meest gesjochte van de lui die bij hem in de buurt stonden. Drommen mensen liepen dan ook achter hem aan. “Neem er nog eentje, kapi!” Hij is nooit meer met zijn schip weggevaren. Zelfs zijn eten gaf hij weg en toen is hij gestorven.´

En een wat zakelijker reactie:

´Die kapitein Jas heeft nooit bestaan, die Jas is het houten kistje waar je in begraven wordt. En als de soldaten van het compagniesleger zwaar ziek in het ziekenhuis werden opgenomen, zei men : Hij zal wel naar vader Jas gaan (of kapitein Jas), dat was dan het kerkhof aan de Djalan Djakarta.´

Hoe zit het nu?

Hoe komt het echter dat er zoveel verschillende verhalen over die meneer Jas in omloop zijn? lets moet er van dit alles toch waar zijn.

De ware geschiedenis van Kapitein Jas ligt verder weg dan Tanah Abang; daarvoor moeten we naar de Djalan Djakarta, die in de 17de eeuw ook al zo – weg van Jacatra – genoemd werd.

In de lijnrechte weg van Jacatra die naar de oude Stadslandpoort toeliep, was een knik gekomen toen men de oude poort had afgebroken en de Nieuwpoort gebouwd was. Een nieuwe brug werd gebouwd tegenover het bastion Gelderland, die soms de Gelderlandse maar meestal de Jassembrug genoemd werd. De naam Jassembrug komt van de stapelplaats van ´Jassemse balken´ daar vlakbij. Deze benaming – voor balken uit Tjiasem – blijkt uit de officiële stukken.

Toen omstreeks 1663 de grachten der Ooster voorstad waren gegraven, en zich daar een Mardijkerbevolking (Mardijker – vrije Christenslaaf; stamwoord: merdeka) vestigde, werd tegenover Gelderland in 1667 een wachthuis neergezet. In dat wachthuis, op het kruispunt van de Gelderlandse weg met de Weg van Jacatra, lag voortaan een Mardijker wacht. In 1669 werd bij het wachthuis een begraafplaatsje aangelegd en voor de Mardijkers werd daar vlakbij in een houten loods op Vrijdagavond gepreekt. Deze predikloods werd in 1695 vervangen, toen de Buitenkerk op 23 october door dominee Theodorus Zas werd ingewijd. De kerk is in dit verband echter minder belangrijk, hoewel ze er nog steeds staat, dan het begraafplaatsje. Dit is meermalen vergroot, onder meer in 1733 met een deel van de vroegere tuin Zwaardecroon, die vlak achter de kerk zijn buitenplaats aan de Gelderlandse weg had. Die vergrotingen konden niet uitblijven, sedert in 1704 was bepaald dat de in het hospitaal overleden Compagniesdienaren uitsluitend hier begraven zouden worden.

Ouwe kapitein

Van toen af kreeg dit ´Jassen kerkhof´ (bij de Jassembrug, bij de stapelplaats van Jassemse balken uit Tjiasem!) een zo eigenaardige betekenis voor de matroos en de soldaat, dat hij het familiaar ging betitelen als het verblijf van ´kapitein Jas´, die kwaje ouwe die met de brutaalste rekels wel raad wist. ´Naar kapitein Jas gaan´, was wel het belabberdste wat iemand kon overkomen.

Het merkwaardige van het geval is echter dat, toen de nieuwe begraafplaats aan Tanah Abang werd geopend en de Mardijkers maar weinig geestdrift toonden om zich daar te laten begraven, men de naam van kapitein Jas naar zijn nieuwe domein heeft overgebracht. Omstreeks 1828 is dan ook het verhaal in omloop dat kapitein Jas de eerste is geweest die men op het nieuwe kerkhof aan Tanah Abang heeft bijgezet.

Tegenwoordig is zijn naam verbonden aan een groepje bomen, links achter de ingang van het kerkhof, met een oud graf er onder. Nog dagelijks brengt men daar kransen, verse bloemen en brandende kaarsen, ter ere van de genius loci als dankbetuiging bij een gelukje. Het graf heeft zelfs later twee marmeren naambordjes gekregen. Het ene vermeldt ´Kapitein Jas´ en voor de minder krijgslustigen nog een ander met de vermelding ´Vader Jas´. Daardoor is deze legendarische en tot schutspatroon gemetamorfoseerde militair even secuur te Djakarta ingeburgerd als het Manneken Pis te Brussel.

Voor wie de geschiedenis van de Buitenkerk en het kleine begraafplaatsje bij de Tjiasemse balken kent, is de devotie voor kapitein Jas een stille bron van vermaak.”

Het huidige graf van Kapitein Jas

Het huidige graf van Kapitein Jas

Onze voorspraak bij Onze Lieve Heer

Tot zo verre het verhaal in De Nieuwsgier. De begraafplaats Tanah Abang werd in 1975 grotendeels ontruimd. Van de oorspronkelijke 4200 graven werd, om cultuurhistorische redenen, een duizendtal bewaard en in een andere opstelling als Museum Taman Prasasti gepresenteerd aan het publiek. Het graf van Kapitein Jas is ook verplaatst, en heeft dus nu een geheel andere aanblik dan een halve eeuw geleden. Een rommelig samenraapsel van resten van andere graven geeft aan dat de beheerders van het Museum weinig waarde hechten aan het geloof van hun voorvaderen. Wél is nog steeds een inscriptie aanwezig van het oorspronkelijke graf: ´Vader Jas, altijd onze grote voorspraak bij Onze Lieve Heer.´

Of Vader Jas nu bestaan heeft of niet: Geloof doet wonderen.  Een bloemetje zou hier niet misstaan.

x


Gearchiveerd onder:9. Java Post

Viewing all articles
Browse latest Browse all 529