Quantcast
Channel: Java Post
Viewing all articles
Browse latest Browse all 529

De linnenkast

$
0
0

Een goed verhaal mag wel honderd keer worden verteld, en een ‘slecht’ verhaal ook, tenminste als het goed wordt verteld en als er wordt geluisterd. Alleen zó geef je kennis door, en houd je de geschiedenis in leven. Soms denk ik dat deze wet bij de geschiedenis van Nederlands-Indië niet opgaat, en dat we nog steeds niet geleerd hebben om naar het verhaal te luisteren zonder boos te worden, of het te negeren.

Het zwijgen

kast_2

De linnenkast

Het grote ontkennen begon natuurlijk ergens in de jaren ’50. Het moeten achterlaten van het tropische paradijs, in combinatie met aanpassingsproblemen in het kille vaderland, bracht de Indische Nederlanders ertoe om te proberen te vergeten. Ieder zonnestraaltje werd begroet in de hoop op een beter leven. De herinneringen aan de pijn en het verdriet werden in stilte verwerkt. Natuurlijk begrijpelijk, en al helemaal als we bedenken dat het een generatie betreft die in de meeste gevallen met jonge kinderen zat en zich moet hebben afgevraagd wanneer het juiste moment was aangebroken om het verhaal te vertellen. Aan tienjarigen vertel je niet van je pijn, aan vijftienjarigen ook niet. Als ze twintig zijn geworden heb je je al berust in het zwijgen. Waarom zou je ze lastig vallen met iets wat alleen jíj in je hart met je meedraagt? Waarom zou je ze belasten met een verleden dat voorbij is? 

En zo gingen de jaren voorbij waarin het nog mogelijk was het verhaal te vertellen, maar waarin verkozen werd te zwijgen. De geheimen werden verborgen op zolder, in een oude kist. Of misschien resteerden nog slechts enkele brieven die, samengebonden met een elastiekje, werden bewaard in de linnenkast, in de hoop dat de kinderen ze niet zouden vinden.

Natuurlijk werden die papieren ooit gevonden.
“Waar liggen de schone slopen, ma?”
“Tweede plank van onderen, kijk maar.”
Het leed was geschied. De papieren waren ontdekt, en het argeloze kind werd in een wereld getrokken die niet de zijne was, maar tegelijkertijd ook weer wél.

De vragen

Het aantal kinderen dat zo´n moment heeft meegemaakt moet talloos zijn geweest. Het ontdekken van een andere wereld waarin grote emoties even belangrijk waren als de feiten, leidde tot grote onzekerheid. De meesten zullen hun ontdekking eerst voor zich hebben gehouden, beschaamd als ze waren voor het schenden van de privé-geheimen van hun ouders. Maar voor hoe lang? Een maand, een jaar? Langer? Afhankelijk van hun leeftijd werden de vragen vroeger of later toch ooit gesteld: “Wat zijn dat voor brieven, ma?  Van opa of oma? En die andere papieren, vertel eens?”

Inmiddels waren vaak tientallen jaren van zwijgen voorbijgegaan, en dus was het antwoord bijna altijd onvoldoende. De kloof tussen degenen ‘die het hadden meegemaakt’ en hun kinderen kon niet goed meer worden overbrugd. De gemakkelijkste antwoorden hadden te maken met ‘die andere papieren’: brieven van de overheid waarin sprake was van schulden, van aanmaningen, maar een enkele keer ook van uitkeringen, en van giften. Dát immers waren feiten. Al het andere betrof gevoelens.

De feiten

Soms denk ik wel eens dat die ongemakkelijke vragen tot verkeerde interpretaties hebben geleid. De tweede en derde generatie lijkt zich tegenwoordig méér bezig te houden met het door de Nederlandse overheid aangedane onrecht van onvoldoende opvang en compensatie, dan met de gevoelens van hun ouders en grootouders. De boosheid over die Nederlandse opvang lijkt – nota bene – groter dan die over het optreden van de Japanse bezetter. De demonstraties van de Stichting Japanse Ereschulden zijn de laatste tijd ondergesneeuwd door de activiteiten van het Indisch Platform en de Task Force Indisch Rechtsherstel.

Ik kan dit niet anders verklaren dan door te wijzen op onvoldoende kennis van de geschiedenis in het algemeen, maar ook, en vooral, van die van onze ouders. De eerste generatie klaagde minder dan de tweede en derde. Natuurlijk, je kunt je afvragen waarom. Misschien omdat die eerste generatie geen ruimte had om te klagen, het kan zijn. Misschien echter ook omdat de die eerste generatie, beter dan wie ook, wist welke belangen op het spel stonden. Het feit dat onze ouders – bewust van alle belangen – de brieven in de linnenkast verstopte, zou ons ook kunnen doen besluiten die brieven daar te laten liggen en alleen, op bijzondere momenten, aan hen te vragen: “Vertel eens, ma, vertel eens, pa, hoe was het toen?”

x


Gearchiveerd onder:9. Java Post

Viewing all articles
Browse latest Browse all 529