Quantcast
Channel: Java Post
Viewing all articles
Browse latest Browse all 529

De Indonesische militaire achtergrond

$
0
0

De Nederlandse propaganda wilden vooral doen geloven dat haar strijdkrachten het moesten opnemen tegen ongeregelde, door de Jap opgehitste jongeren. Dat beeld klopt niet. Naarmate de oorlog vordert, krijg de Indonesische strijdmacht meer structuur en zij kent vanaf het begin goedgetrainde officieren. De een is opgeleid door de Japanners, de ander aan de Koninklijke Militaire Academie.

door Herman Keppy

Voormalig chef-staf van de Indonesische strijdkrachten T.B. Simatupang over de grote invloed van het militaire apparaat en de generaals in postkoloniaal Indonesië: “Als ik dat verwijt hoor, verbaas ik me altijd. Want hoe komt het dat de rol van de militairen steeds groter werd? Dat komt doordat Nederland in het begin volstrekt niet wilde meewerken aan een spoedige, eervolle en principiële oplossing van het conflict. Juist de lange duur van het dekolonisatieproces heeft in Indonesië en in zovele andere gekoloniseerde landen geleid tot een steeds groter aandeel van de militairen in het bevrijdingsproces.”

T.P. Simatupang

T.P. Simatupang

Simatupang mag er iets over zeggen. Hij was in 1940 kadet aan de Koninklijke Militaire Academie in Bandoeng, maar sloot zich na WO II, zoals de meeste Nederlands geschoolde Indonesische kadetten en (KNIL-)officieren aan bij de strijders voor onafhankelijkheid. Onder dr. Leimena nam hij deel in de militaire commissie die was betrokken bij de onderhandelingen met Nederland. En toen de leiders van de Republiek in Djokja gevangen waren genomen, organiseerde hij het militair verzet tegen de Nederlanders.

Japanse militaire training

Simatupang heeft absoluut een punt, maar de militairisering van Indonesië geheel afschijven op het conto van de Hollanders is niet terecht. Want tijdens WO II bouwde de Japanse bezetter in Indonesië aan een gigantisch militair (hulp)apparaat, dat zo alras bleek, na hun vertrek niet meer was in te dammen. Brigade-generaal b.d. Ben Bouman die zelf als militair in Indië heeft gediend, deed onder meer onderzoek naar het mobiliseren van de Indonesische bevolking door de Japanners. Hij schrijft in het nog niet gepubliceerde  ‘Succes in een vergeten oorlog’:

Nasution

Nasution

“Een belangrijk instituut bij het mobiliseren van de totale bevolking ten bate van de Japanse oorlogsinspanning was de Tonari Gumi, het familiegroepssysteem. Steden, desa’s en kampongs werden onderverdeeld in gumi van tien à twintig huizen onder een gumi tjo. De bewoners werden ingeschakeld bij de luchtbescherming, zij moesten verdachte personen melden en assisteren bij het onderdrukken van ordeverstoringen.
Twee andere massaorganisaties waren de Keibodan en de Seinendan. De Keibodan was een hulp-politieorganisatie met vertakkingen tot in de desa. De leden, mannen van 18 tot 35 jaar, kregen wachtdiensten en moesten de politie hulp bieden, zij dienden vijandelijke propagandisten op te sporen en onschadelijk te helpen maken. Ten tijde van de Japanse capitulatie omvatte de organisatie bijna 1.300.000 man. De Seinendan was bestemd voor jongeren van ongeveer 14 tot 25 jaar. Zij ondergingen een geduchte Japanse indoctrinatie, kregen een elementaire militaire opleiding en instructie in de Japanse taal. Medio 1945 telde de Seinendan meer dan 500.000 man.”

En er waren nog meer organisaties, zoals Heiho (25.000 man) en PETA, Tentara Sukarela Pembela Tanah Air (Vrijwilligersleger van de Verdedigers van het Vaderland, circa 38.000 man). De PETA-bataljons hadden een Indonesisch kader. Een van de officieren uit hun midden zal als opperbevelhebber uitgroeien tot de populaire held van de militaire strijd tegen de Nederlanders: generaal Soedirman.

Wonderlijk mengsel

Soedirman

Soedirman

Tot chef generale staf van de strijdkrachten wordt echter Oerip Soemohardjo benoemd, voormalig ‘inlands officier’ en majoor-KNIL. Wie van de twee het uiteindelijk voor het zeggen heeft? Het lijkt erop dat zij wel naast elkaar opereerden, maar vooral ook niet mét elkaar. Zo vormen de officieren van de diverse Indonesische strijdgroepen een wonderlijk mengsel van Nederlands geschoolde officieren, met een sterk KNIL-karakter en officieren die door de Japanners zijn getraind.

Uit de KNIL-school komt de op de Koninklijke Militaire Academie (KMA) van Breda opgeleide eerste luitenant R. Didi Kartasasmita. Hij is het die zijn collega’s met succes aanspoort om voor de Republikeinse kant te kiezen. Een ander die een cruciale rol speelt is de ex-vaandrig van KMA-Bandoeng, A.H. Nasution. Hij is de commandant van de Siliwangidivisie die zich fel weert op West-Java.
Soedirman, die aan het einde van de strijd een legendarisch geworden mars over Java maakt, kent qua faam geen gelijke onder de Japans opgeleide officieren. De enige die in de buurt komt, is Bung Tomo (Soetomo). Bung Tomo is het die middels radiotoespraken de jeugd in Soerabaja opzweept tot gewapend verzet tegen de Engelsen en onverzoenlijkheid jegens de Nederlanders. Een belangrijke straat en het voetbalstadion in Soerabaja zijn naar hem vernoemd. In Nederlandse kringen wordt hij echter verfoeid om zijn haatdragende redevoeringen en actieve rol in het geweld tegen Nederlandse burgers.

 

Aanbevolen literatuur: Succes in een verloren oorlog, Ben Bouman (nog niet gepubliceerd, Bouman is april dit jaar overleden), Het laatste jaar van de Indonesische vrijheidstrijd, T.B. Simatupang (Kampen, 1985), Ieder voor zich en de Republiek voor ons allen, Ben Bouman (Amsterdam, 2006).

 

Dit artikel is verschenen in de krant bij de tentoonstelling ‘Oorlog, van Indië tot Indonesië 1945-1950′ die tot einde dit jaar loopt in Museum Bronbeek, Arnhem. Daar en bij Athenaeum Boekhandel in Amsterdam is de krant gratis op te halen, zolang de voorraad strekt.


Gearchiveerd onder:3. Bersiap en Merdeka, 1945-1949 Tagged: leger, Nasution, Simatupang, Soedirman

Viewing all articles
Browse latest Browse all 529