De wrakken van twee Nederlandse onderzeeboten die in de Tweede Wereldoorlog zijn vergaan bij Maleisië, zijn verdwenen. Dat heeft minister Bijleveld van Defensie aan de Tweede Kamer geschreven.
Van de onderzeeër O 16 zijn tijdens een expeditie nog enkele restanten teruggevonden, maar de K XVII is in zijn geheel verdwenen. Slechts een afdruk in de zeebodem duidt erop dat het wrak daar heeft gelegen.
Expeditie
Een speciaal samengesteld team van Nederlandse en Maleisische experts voert de expeditie nu in Maleisië uit en heeft de locaties van de O 16 en de K XVII bezocht. De expeditie vindt plaats in het kader van een recent ondertekende intentieverklaring tussen Nederland en Maleisië over maritiem erfgoed.
“Dit bericht raakt ons diep”, schrijft de minister. Ze noemt de wraklocaties de laatste rustplaats van de opvarenden die een plek van herinnering vormen.
Herdenking
De nabestaanden van de tientallen omgekomen zeelieden zijn inmiddels op de hoogte gebracht van de verdwijning. Ook is er de afgelopen week uit respect voor de overlevenden op beide locaties een herdenking gehouden door de leden van de expeditie.
De minister is met Maleisië in gesprek over vervolgstappen.
De onderzeeboten Hr.Ms. K XVII en Hr.Ms. O 16 waren voor de oorlog gestationeerd in Nederlands-Indië om het land te verdedigen. In 1941 werden ze onder Brits commando geplaatst met als thuishaven Singapore.
De O 16 wist in de eerste dagen van de oorlog met Japan drie vijandige schepen tot zinken te brengen. Op de terugtocht naar Singapore liep de onderzeeboot, met 42 opvarenden, op 15 december 1941 in de Golf van Siam op een Japanse zeemijn. Slechts één opvarende overleefde de explosie. Hij wist na 38 uur zwemmen een eiland te bereiken.
Over de ondergang van de K XVII, die eveneens 41 levens eiste, bestaan meerdere lezingen. De officiële versie is dat de onderzeeboot op de terugweg naar Singapore op een Japanse mijn is gelopen, maar een oud-officier van de Britse geheime dienst MI5 verklaarde na de oorlog dat hij de K XVII had opgeblazen omdat de Nederlandse onderzeeër had ontdekt dat er een Japanse oorlogsvloot op weg was naar Pearl Harbor.
Dit nieuws mocht niet bekend worden om er zeker van te zijn dat Amerika zich in de strijd zou mengen nadat het zou zijn aangevallen, wat dan ook gebeurde. Volgens Creighton had hij de K XVII persoonlijk opgeblazen in opdracht van Churchill en Roosevelt en met toestemming van koningin Wilhelmina.
Later onderzoek van de zoon van gezagvoerder Besançon van de K XVII toonde aan dat er een gat in de romp van het vaartuig zat dat wees op een aanvaring met een mijn. Deze lezing werd later bevestigd door een Japanse marineofficier die met zijn schip een mijnenveld in het gebied had gelegd.
In november 2016 werd van twee andere Nederlandse scheepswrakken bekend dat ze waren verdwenen uit de Javazee in Indonesië. Een derde wrak was grotendeels weg. Het gaat om de schepen Hr.Ms. De Ruyter, Hr.Ms. Java en Hr.Ms. Kortenaer. De schepen vergingen in 1942 tijdens de Slag in de Javazee. Daarbij vonden 915 Nederlandse marinemensen, onder wie schout-bij-nacht Karel Doorman, en 259 opvarenden van Indonesische origine een zeemansgraf.
x
Dit artikel verscheen eerder op de website van de NOS, 5 juli 2019.