Voor het eerst wordt een getuige in de Indonesië-zaken via Skype in de rechtszaal gehoord. De 89-jarige Yaseman vertelt hoe hij destijds werd gemarteld.
Door Nienke TorenDe hand van de 89-jarige man gaat omhoog naar zijn schedel. De kleinzoon die naast hem zit, helpt hem zijn zwarte songkok, een Indonesisch petje, af te doen. Daar op die plek, ter hoogte van zijn kruin, zit een deuk, wijst hij aan.
‘Meneer Yaseman heeft iets meer haar dan op de foto’s, zie ik’, zegt de rechter in de Haagse rechtbank een beetje verbaasd. De videocamera zoomt in. ‘Een Hollander heeft mij hier op mijn hoofd met een stuk hout geslagen’, maakt Yaseman duidelijk.
De Indonesische Yaseman is de eerste in de Indonesië-zaken die live voor de Nederlandse rechtbank getuigt. In de zaken eisen slachtoffers en nabestaanden schadevergoedingen van de Nederlandse staat voor de folteringen, een verkrachting en executies van familieleden tussen 1946 en 1949 op Sumatra, in het voormalige Nederlands-Indië.
In 2011 oordeelde de rechtbank dat de Nederlandse staat schadevergoedingen aan nabestaanden van geëxecuteerde Indonesische mannen op Java moest betalen. Voor de folteringen op Sumatra eist Yaseman nu een schadevergoeding van 50 duizend euro.
In de rechtszaal in Den Haag kijkt een handjevol toeschouwers naar de twee tv-schermen boven hen. Voor het eerst in een civiele zaak in Nederland zet de rechtbank een Skypeverbinding in. De hoogbejaarde Yaseman en zijn kleinzoon zitten voor een laptop in een vergaderzaal van een hotel in Indonesië. De stem van Yaseman gonst door de Haagse rechtszaal en gaat soms over in een luide galm. Maar de verbinding houdt stand.
Getuigenverhoor
‘Ik liep alleen over straat, gewoon in mijn normale kleren, toen ik werd opgepakt’, vertaalt een een Indonesisch-Nederlandse tolk in de rechtszaal voor de rechter. Yaseman spreekt alleen Javaans. Yaseman vertelt hoe hij bont en blauw werd geslagen door ‘een Hollander en een Javaan’, omdat hij volgens het Nederlandse leger als soldaat tegen het Nederlandse bewind streed.
Advocaat Liesbeth Zegveld verdedigt de belangen van de Indonesische slachtoffers en nabestaanden. Ze is te spreken over de manier waarop het getuigenverhoor er vrijdag aan toe gaat: ‘Met hulp van Skype haal je het verhaal van iemand hier naartoe. Wat op papier niet uit de verf komt, wordt nu wel duidelijk.’
In alle Indonesië-zaken vormt de bewijslast een probleem. Geboorten werden zeventig jaar geleden in Indonesië nog niet of verkeerd geregistreerd en het is daarom nu moeilijk de identiteit van slachtoffers vast te stellen. Zegveld: ‘Je kunt op papier naar tegenstrijdigheden zoeken, zoals een vals nummer van een identiteitskaart. Maar als je dan de mensen hoort, dan weet je wat in de kern wel en niet klopt. Dat krijg je alleen maar als je iemand ziet.’
Voor de camera laat Yaseman zijn wijsvinger aan zijn kleinzoon zien. De vinger zou destijds met een kabel aan een generator zijn verbonden. De oude man doet kort het geluid na van de schokken die hij kreeg toegediend. Waarom zei hij in eerdere verklaring dat hij de schokken binnen in de fabriek kreeg en niet buiten, zoals hij nu vertelt, wil de rechter weten. Yaseman moet het antwoord schuldig blijven. ‘Dat weet ik niet meer.’
x
Dit artikel verscheen eerder in de Volkskrant, 7 juli 2017
Gearchiveerd onder:9. Java Post