Quantcast
Channel: Java Post
Viewing all articles
Browse latest Browse all 529

Tegen de koloniale stroom in

$
0
0

Na de oorlog vervulde de indoloog Bert Alberts voor De Groene Amsterdammer een gezichtsbepalende rol in het debat over Indië en Indonesië. “De Groene hoeft van niemand te leren hoe ze het politiek gebeuren van commentaar moet voorzien.”

Alberts begin jaren tachtig in de tuin achter zijn huis in Blaricum (foto De Groene/Hans Vermeulen)

Alberts begin jaren tachtig in de tuin achter zijn huis in Blaricum (foto De Groene/Hans Vermeulen)

Door Graa Boomsma

Onlangs vroeg iemand zich op de opiniepagina van NRC Handelsblad af waarom geen enkele Nederlandse schrijver ooit een ‘moedig standpunt’ had ingenomen inzake de koloniale oorlog in Indonesië tussen 1946 en 1950. Dat was een vraag gebaseerd op een ernstig gebrek aan kennis. Een citaat uit Luceberts beroemde Minnebrief aan onze gemartelde bruid Indonesia zou al afdoende moeten zijn als antwoord. Dat gedicht schreef de latere Keizer der Vijftigers ‘pas’ in december 1948, ten tijde van de ‘tweede politionele actie’, dat wil zeggen de laatste aanvalsoorlog, waarbij generaal Spoor Soekarno en Hatta gevangen liet nemen. 

Maar al veel eerder had een andere, toen nog ongepubliceerde schrijver zich uiterst scherp uitgelaten over de laatste stuiptrekkingen van het Hollandse kolonialisme: de indoloog Bert Alberts (1911-1995), later bekend geworden onder zijn auteursnaam A. Alberts. Dat deed hij in De Groene Amsterdammer. Redacteur Anton Koolhaas had zijn vroegere Utrechtse studievriend in 1947 aangetrokken als medewerker. Alberts was een zeer kritische kenner. Van 1939 tot 1942 was hij als ambtelijk controleur werkzaam geweest op Madoera. Daarna zat hij tot lang na augustus 1945 gevangen in vijf Japanse kampen. In de gewelddadige Bersiaptijd was hij vrijwillig soldaat in de buurt van Bandung. En in 1946 werd hij als eerste luitenant gestationeerd in Batavia/Jakarta, waar hij zich bemoeide met de vordering van gebouwen voor het afbrokkelende Hollandse gezag. Hij onderhield ook contacten met Indonesische politici, besefte al snel hoe de werkelijke machtsverhoudingen lagen en was getuige van ‘schermutselingen’ rond de demarcatielijn bij Batavia/Jakarta.

Vertrek uit Indië

In oktober 1946 vertrok Alberts per vliegtuig naar Nederland. Hij ging op verlof maar keerde nooit meer terug naar Indonesië. Als enige BB-ambtenaar nam hij halverwege 1947 ontslag, wat woede wekte en hem zijn pensioen kostte. Maar hij wist precies waarom. Omdat hij zeker wist midden in het geweld en het tegengeweld terecht te komen. Hij ging niet terug ‘om daar op de punten van gescherpte bajonetten te gaan zitten’.

Wie de Groene-jaargangen van 1947 tot 1953 doorneemt, de jaren waarin Alberts medewerker was, valt van de ene in de andere verbazing. Alberts heeft veel meer gepubliceerd over de Indonesische kwestie dan bekend is. Bovendien week zijn gefundeerde mening sterk af van de communis opinio in Nederland. Die luidde, simpel gezegd: Indië verloren, rampspoed geboren. Zijn eerste, nog ongesigneerde bijdrage is van 31 mei 1947 en heet ‘Alarmsein Pasoendan’. Aanleiding was het uitroepen van de zogenaamde deelstaat Pasoendan, als uitvloeisel van het deelstatenbeleid van landvoogd Van Mook. Dat beleid was in wezen een verdeel-en-heerspolitiek en een omsingelingspoging van de Republik Indonesia. Door ervaring wijs geworden waarschuwde Alberts ervoor niet met Hollandse laarzen dwars door Indonesische aangelegenheden te banjeren.

Anderen hadden het over ‘Jappenkampen’, Alberts nooit en te nimmer. De kampen vormden een antikoloniale leerschool. Dit lazen verbijsterde Groene-abonnees: “Terwijl in de Japanse concentratiekampen verscheidene Nederlanders tot een intelligenter en waardiger levenshouding werden bekeerd – men heeft hun aantal wel eens onderschat – hebben tal van andere Nederlanders aan die evolutie niet kunnen meedoen.”

Na de eerste grootscheepse militaire aanval op de Republik (Operatie Product, 21 juli 1947) vergelijkt Alberts die gewelddadige actie met de tot niets leidende Tiendaagse Veldtocht in 1831 van koning Willem I tegen het opstandige Brussel, die ook was bedoeld om ‘orde en rust’ te herstellen. En weer schrokken veel Groene-lezers van Alberts’ bijtend sarcasme en zegden hun abonnement op: “Indië, juist. Verkeerden onze financiën in 1839 in een deplorabele en chaotische toestand, we zijn er weer bovenop gekomen, dankzij de ´batige saldi´ die Indië ons in de volgende jaren opleverde. Hebben de heren, die thans in Indonesië recht en orde herstellen uit verantwoordelijkheidsgevoel jegens de… enz. ook nog een dergelijke goudbron achter de hand? Dàn zou hun optreden althans nog (financiële) zin hebben.” Zo visionair werd er in Nederland door niemand over de koloniale oorlog geschreven.

Onderschatte vrijheidsdrang

Alberts in zijn werkkamer bij De Groene Amsterdammer, jaren zestig. Foto gemaakt door Philip Mechanicus.

Alberts in zijn werkkamer bij De Groene Amsterdammer, jaren zestig. Foto gemaakt door Philip Mechanicus.

En Alberts hield niet op en liet zich niet de mond snoeren. Hij wist werkelijk waar hij het over had. Artikel na artikel analyseerde én attaqueerde hij, tegen de grote stroom in, de hopeloze Hollandse politiek. Nederlands-Indië bestond niet meer, maar Romme en Drees wisten het nog niet. Na de tweede militaire aanval op de Republik (Operatie Kraai, 18 december 1948) verschenen Alberts’ messcherpe hoofdartikelen en commentaren op de voorpagina van De Groene. Nederland onderschatte de vrijheidsdrang van de Indonesiërs. En de jarenlange diplomatieke schermutselingen hadden alleen maar mist veroorzaakt. De Britten hadden in India en Pakistan afscheid genomen. En Nederland? Alberts had aan één zin voldoende: “De Nederlandse soldaten gingen niet, zij kwamen.”

Wat niemand meer weet is dat Alberts in De Groene een cruciale rol vervulde in het naoorlogse debat over Indië en Indonesië. In februari 1949 kondigt hij een kritische brief aan van een Nederlandse officier, over de beroerde militaire toestand op Java. Die schokkende brief leidt tot heftige beroering, tot slappe Kamervragen en een ontwijkende regeringsverklaring van Drees. Daarin geeft hij toe dat zich ‘excessen’ hadden voorgedaan maar dat die geen routine waren. Een halve eeuw lang zullen álle Nederlandse kabinetten deze leugen herhalen. Eén citaat uit de officiersbrief volstaat: “De troepen hebben (…) de opdracht zo weinig mogelijk gebruik te maken van de vuurwapenen en (natuurlijk officieus) om geen gevangenen te maken. In de gevechtsrapportjes kom je dan zinnetjes tegen als: bij de telefooncentrale werden twee man slapend aangetroffen, die met slag- en stootwapenen werden afgemaakt. Ik heb er persoonlijk bij gestaan, dat een van onze hoofdofficieren, die vermoedelijk de Willemsorde zal krijgen, voor de bezetting van Djokja, zich er tegenover generaal Spoor lachend op beroemde dat een van onze groepen een troep van 200 slapende T.N.I.-ers had aangetroffen, die met de bajonet aan de baleh-baleh werden geprikt! Dat vonden ze allebei prachtig.”

Nederland wilde het níet weten maar Alberts ging door. In het Groene-kerstnummer van 1949 schreef hij een zeer persoonlijk en antikoloniaal ‘Afscheid van Nederlandsch Indië’. Daarin was hij meedogenloos over de hypocriete ‘ethische politiek’ die Den Haag een halve eeuw lang had gevoerd. De week daarop streek hij voor de zoveelste keer tegen veel Hollandse haren in: hij hield een pleidooi pro Soekarno. Dat kostte De Groene weer de nodige abonnees, onder wie veel CPN-stemmers die mordicus tegen ‘communistenmoordenaar’ Soekarno waren. In 1951 deinsde Alberts er niet voor terug om oorlogspremier P.S. Gerbrandy elegant maar hard aan te vallen op zijn koloniale blindheid en besluiteloosheid “die de zaken overzee in hoge mate stinkende” maakten na de Tweede Wereldoorlog.

In 1953 werd Alberts gevraagd redacteur te worden van de Groene. Hij zou er twaalf jaar blijven werken, gedreven als geen ander.
x
x

Dit is het eerste deel van een artikel, gepubliceerd door De Groene op 15 februari 2017, onder de titel ´De sfinx van Blaricum´. Aanleiding voor deze publicatie was de uitgave van de door Boomsma gepubliceerde biografie van Alberts.

G.Boomsma, Leven op de rand: biografie van A. Alberts.
Uitgeverij G.A. van Oorschot
ISBN 9789028242241


Gearchiveerd onder:9. Java Post

Viewing all articles
Browse latest Browse all 529