Door Laura Heerlien
Hans van Hartevelt, schrijver en voormalig directeur van de beroemde bibliotheek in het Koninklijk Instituut van de Tropen begrijpt er nog steeds helemaal niets van. Waarom heeft de overheid de bibliotheek laten sluiten? Als diverse instellingen in Nederland en de Bibliotheca Alexandrina in Egypte niet waren opgestaan, waren honderdduizenden boeken van na 1950 waarschijnlijk zonder pardon door de shredder gegaan. “Dit mag nooit meer gebeuren.”
“Die bibliotheek was meer dan 250 jaar oud, weet je. Een van de grootste ter wereld met een unieke collectie. We hebben hemel en aarde bewogen, ook Tweede-Kamerleden, om dat malle besluit terug te draaien. Even riep de minister van OCW op televisie dat het Rijk de hele collectie zou overnemen en alle werken gered waren. Ik voelde al dat er iets niet klopte en inderdaad: het was een verspreking. De pre-koloniale erfgoedcollectie tot 1950 en de volledige kaartencollectie werden overgenomen door de Universiteit van Leiden, maar de rest, negentig procent van het totaal, werd vogelvrij verklaard.”
Het was een verwarrende tijd voor de directeur en zijn personeel. “Dubbel. De overheid zei: jullie moeten stoppen, maar tegelijkertijd werd ook om een businessplan gevraagd. Ik heb meerdere plannen geschreven, waaruit bleek dat we het prima zouden redden in bijvoorbeeld een veel goedkoper gebouw. Ik had al zo’n pand gevonden, in Ablasserdam, een geklimatiseerde ruimte om de collectie tijdelijk op te slaan.”
Zinloos
Het bleek allemaal zinloos. Hoewel Van Hartevelt steeds bleef hopen dat het uiteindelijk goed zou komen. “Ook omdat je je gewoon niet kunt voorstellen dat het niet goed komt. Kijk ik begrijp best hoor: een minister moet fors bezuinigen, managers, toezichthouders, ambtenaren: ze zaten allemaal tussen verschillende vuren. Maar het was niet nodig geweest, dat is het zure aan dit hele verhaal. We hadden tijd nodig om op eigen benen te kunnen staan, en die tijd is ons gewoon niet gegeven.”
Van Hartevelt is vervolgens het hele land doorgegaan om de collectie onder te brengen te brengen. “Ik liep te leuren als op een viskar. En met succes, want de goede wil en bezorgdheid van andere instellingen was groot. Zij wisten de collectie wél op waarde te schatten. Het Kennis- en Documentatiecentrum Medische Geschiedenis in Urk nam de gehele medische geschiedeniscollectie over, het prekoloniale deel ging naar Leiden, het NIOD (Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies) nam delen over, net als het Vredespaleis, het Rijksmuseum, het Afrika Studiecentrum en een aantal andere instellingen.
Delen van de collectie zijn de grens over gegaan, onder andere naar Indonesië, Suriname en de Nederlandse Antillen. Ook de Goethe-universiteit in Frankfurt heeft een deel overgenomen. En Egypte dus.”
Eind goed, al goed? In het geheel niet, vindt Van Hartevelt. “De collectie is nu verspreid over de hele wereld. Voor boek zus moet je naar Frankfurt, voor kaart zo naar Leiden. Een hoogleraar, die vaak met zijn vakgroep in de bibliotheek te vinden was en daar alles binnen handbereik vond, vertelde dat dit rampzalig is en de universiteit nu al heel veel geld kost. Een unieke collectie is uit elkaar getrokken. Alsof het nooit iets waard is geweest. Laatste hoopte iemand van mij nog een bepaald boek te kunnen lenen. Vlieg maar naar Egypte, zei ik. Daar ligt het.”
x
Bron: Haarlems Dagblad, 3 oktober 2014
Gearchiveerd onder:9. Java Post