Door Bert Immerzeel
Het Rijksmuseum kwam deze week naar buiten met een opvallend bericht. Het woord ‘neger’ mag niet meer. Ook omschrijvingen als hottentot, indiaan, eskimo, moor, kaffer of nikker komen straks niet meer voor in de omschrijving van de collectie. Het Rijksmuseum wil alle ‘kwetsende etnische aanduidingen’ vervangen door neutrale termen.
Aanleiding is volgens Martine Gosselink, hoofd afdeling geschiedenis, een “groeiend gevoel van ongemak over termen die vaak nog uit de koloniale tijd komen of vanuit een witte achtergrond zijn bedacht.” Dat ongemak heeft ook te maken met de digitalisering van de collectie, waardoor deze via de museumsite toegankelijk is voor de hele wereld. Gosselink: “We krijgen ook veel zwarte bezoekers, die willen we niet kwetsen. Het gaat niet alleen om huidskleur. Ook woorden als ‘wijf’, in de Middeleeuwen heel gebruikelijk, kunnen in deze tijd niet meer, of bijvoorbeeld ‘indisch mensenkind’.”
Tot zover het nieuws uit de landelijke media. De Java Post wil evenmin iemand kwetsen, en dus gaan we ook hier op zoek naar mogelijk politiek incorrect taalgebruik. Om te beginnen natuurlijk meteen al de vraag waarom ‘Indisch mensenkind’ bij het Rijksmuseum niet kan. Ligt hier de pijn bij ‘Indisch’, of bij ‘mensenkind’? Of bij de combinatie van deze twee? We weten het niet. Misschien geven andere in de Java Post gebruikte termen meer reden tot nadenken. Wat bijvoorbeeld te denken van baboe, djongos, koelie, Inlander, Inheems, Indo, Batavia en Buitenzorg?
Geuzennaam
Het woord baboe (afkomstig van het maleis ‘mbah iboe’, kindermeisje) wordt tegenwoordig niet meer gebruikt. De Indonesiërs geven de voorkeur aan ‘pembantu’, waarschijnlijk vanuit een poging te breken met het koloniale verleden. Het woord pembantu is in het Nederlands taalgebied echter onbekend. Ook het woord ‘djongos’ (huisbediende, loopjongen), afkomstig van het Nederlandse ‘jongen’ is in ongerede geraakt. Woorden als ‘baboe’, ‘djongos’, ‘kokkie’ en ‘mandoer’ zijn echter onlosmakelijk verbonden met de huiselijke samenleving van het vooroorlogse Indië, en kunnen niet met terugwerkende kracht worden vervangen door modernere versies, al was het alleen al om het feit dat de taalgrens in veel gevallen barriëres opwerpt.
Bij het woord koelie (sjouwer, arbeider), tegenwoordig ‘kuli’, moet ik denken aan de woorden van Karel de Berlaymont, gericht aan Margaretha van Parma: ‘N’ayez peur, Madame, ce ne sont que des Gueux,’, ‘Wees niet bang, mevrouw, het zijn slechts bedelaars.’ De zogenaamde bedelaars (het waren edelen) van weleer werden Geuzen, en gebruikten hun scheldnaam met trots. ‘Het zijn slechts koelies’, kan op dezelfde wijze worden gehanteerd. De interpretatie van het woord, hetzij positief, hetzij negatief, ligt in de waarden van de gebruiker. Het woord ‘kuli’ wordt nog steeds gebruikt.
‘Inlander’ evenals ‘Inheems’ komt niet voor – althans het wordt niet genoemd – in de artikelen over het Rijksmuseum. Toch worden deze termen elders soms genoemd als mogelijk conflictief. Het waren echter juridische benamingen, die niets anders aanduidden dan de autochtone bevolking. ‘Inlander’ of ‘Inheems’ wilde niets anders zeggen dan ‘niet van Europese herkomst’. Dat ‘Europees’ destijds een merkwaardig ruime betekenis had, doet daaraan niet af. Met andere woorden: ‘Inlander’ en ‘Inheems’ zijn niet per definitie politiek incorrect.
Het woord ‘Indo’ werd ooit lelijk gevonden, in de periode dat de Amerikaanse donkere bevolking van ‘negros’ (zwart in het Spaans), en ‘niggers’ veranderde in ‘blacks’. ‘Black power’ (weet u nog?) was overigens een geuzennaam. Toen de ‘blacks’ zich realiseerden dat ze niet ‘black’ maar ‘brown’ waren, veranderde de naam in ‘coloured people’. Nu wordt in de USA gesproken van ‘Afro-Americans’. In Nederland wordt minder snel gewisseld van naam. De Indo’s van weleer bleven Indo’s, zij het dat ze thans aan deze naam een zekere trots ontlenen.
En ja, natuurlijk, alles wat op India, Indonesië, Indonesisch, Indisch en Indo rijmt: alles is een variant op aanduidingen die te maken hebben met Zuid-Oost Azië. Niet goed en niet slecht, voor zover op de juiste wijze en in de juiste context gebruikt. Een ‘Indisch mensenkind’, om terug te keren op de keuzes van het Rijksmuseum, klinkt oubollig en zal tegenwoordig misschien ‘Indonesisch kind’ heten, maar is niet per definitie politiek incorrect.
De rede van Batavia
Tenslotte, de geografische aanduidingen. Zelf betrap ik me er af en toe op dat ik het nog steeds heb over Batavia, Borneo en Nieuw-Guinea, ook als ik Jakarta, Kalimantan en Irian Jaya bedoel. Een beroepskwaal, en natuurlijk fout. Ná 1949 spreken we niet meer van Buitenzorg en Hollandia, en da´s maar goed ook, want nóg kolonialer kan bijna niet.
Maar, als we spreken over de Nederlandse periode, mag het dán wel? Wie geeft ons het recht om onder een schilderij ‘Schepen op de rede van Batavia’ te zetten, terwijl het eigenlijk ‘Schepen op de rede van Jayakarta’ moet zijn? Wie gaf ons, kolonialen, het recht om er drie eeuwen lang andere bordjes bij te hangen? Als het Rijksmuseum vindt dat ‘Indiaan’ of ‘Eskimo’ niet mag, dan mag Batavia toch evenmin?
Hoe dieper je in deze materie duikt, des te ingewikkelder wordt het. Het Rijksmuseum ziet aanleiding om zijn hele collectie van 1,1 miljoen objecten te screenen op politiek incorrecte aanduidingen of omschrijvingen. Het lijkt me wat overdreven. De keuzes van vandaag kunnen immers snel verworden tot de twijfels van morgen. De Java Post begint er voorlopig niet aan. Natuurlijk tót het moment dat de lezers zich gekwetst voelen.
x
Gearchiveerd onder:9. Java Post